Inbreng van de patiënt en gedeelde besluitvorming
De NHG-richtlijnen geven aanbevelingen voor het handelen van de huisarts; de rol van de huisarts staat dus centraal. De zorg en behandeling worden afgestemd op de behoeften en voorkeuren van de patiënt, rekening houdend met zijn specifieke omstandigheden en met oog voor zijn eigen verantwoordelijkheid.
Patiënt en zorgverlener beslissen samen over onderzoek, behandeling en zorg. Informatie-uitwisseling over de voor- en nadelen van de opties, inclusief niet-behandelen, en bespreking van de voorkeuren en waarden van de patiënt zijn hierbij essentieel. De huisarts biedt de patiënt hiervoor de benodigde tijd en ondersteuning en betrekt, indien gewenst, ook de naasten van de patiënt bij besluitvormende gesprekken.
Afweging door de huisarts
Het persoonlijk inzicht van de huisarts is uiteraard bij alle richtlijnen een belangrijk aspect. Afweging van de relevante factoren in de concrete situatie kan beredeneerd afwijken van de richtlijn rechtvaardigen. Dit doet niets af aan het feit dat deze richtlijn bedoeld is om te fungeren als maat en houvast.
Delegeren van taken
NHG-richtlijnen bevatten aanbevelingen voor huisartsen. Maar dit betekent niet dat de huisarts alle genoemde taken persoonlijk moet verrichten. Sommige taken kan de huisarts delegeren aan de praktijkassistente, -ondersteuner of -verpleegkundige. Wel moet in duidelijke werkafspraken worden vastgelegd in welke situaties zij de huisarts moeten raadplegen. Bovendien ziet de huisarts toe op de kwaliteit. Omdat de keuze van de te delegeren taken sterk afhankelijk is van de lokale situatie, bevatten de richtlijnen daarvoor geen concrete aanbevelingen. Evenmin bevatten de richtlijnen gedetailleerde aanwijzingen over de beoordeling van het spoedeisende karakter van een hulpvraag als de patiënt zich telefonisch meldt bij de triagist tijdens avond-, nacht- en weekenddiensten of bij de praktijkassistente tijdens praktijkuren. Gedetailleerde informatie hierover is te vinden in de NHG-TriageWijzer. Ook bij telefonische spoedbeoordeling geldt dat de huisarts verantwoordelijk blijft en moet toezien op de kwaliteit.