Interbeoordelaarsvariabiliteit van stemvorkproeven in de huisartspraktijk tussen huisarts en KNO-arts

ICPC

H86

Naam van de richtlijn

slechthorendheid

Publicatiedatum van de richtlijn

2014

Onderwerp

Interbeoordelaarsvariabiliteit van stemvorkproeven in de huisartspraktijk tussen huisarts en KNO-arts

Korte titel

Stemvorkproeven in huisartsenpraktijk

Achtergrond

Het beleid van de huisarts bij slechthorendheid wordt vooral bepaald door de anamnese en de bevindingen bij otoscopie. Stemvorkproeven kunnen worden gebruikt met als doel  te differentiëren tussen een geleidings- en een perceptief gehoorverlies. Er zijn echter geen gegevens bekend over de  interbeoordelaarsvariabiliteit tussen huisartsen en KNO-artsen

Uitgangsvraag PICO

P

Patiënten met de klacht slechthorendheid

I

Stemvorkproeven door huisarts

C

Stemvorkproeven door KNO-arts

O

Interbeoordelaarsvariabiliteit van de stemvorkproeven, tussen huisarts en KNO-arts

Gewenst onderzoeksonderwerp

Observationeel onderzoek (cross-sectioneel)

Verwacht effect van de onderzoeksuitkomst voor de richtlijn

De uitkomst van dit onderzoek laat de interbeoordelaarsvariabiliteit zien van stemvorkproeven uitgevoerd door huisarts en KNO-arts