Wanneer/onder welke omstandigheden is het raadzaam om bij een vermoedelijke bacteriële conjunctivitis (een aandoening die in principe self limiting is) behandeling met antibiotica te starten?

ICPC

F02

Naam van de richtlijn

Het rode oog

Publicatiedatum van de richtlijn

2006

Achtergrond

In de Standaard wordt aanbevolen dat bij een (vermoedelijke) bacteriële conjunctivitis ‘antibiotica slechts overwogen hoeven te worden bij veel hinder of bij klachten die drie dagen na het ontstaan nog niet afnemen en bij patiënten met eerder vastgestelde cornea-afwijkingen’.
Deze aanbeveling is tot stand gekomen op basis van consensus in de werkgroep. De werkgroep wilde, naast het advies om bij een conjunctivitis in principe een afwachtend beleid te volgen, toch richting geven aan het voorschrijfbeleid van antibiotica voor een aantal indicaties.