Afbouwen onnodig gebruik van inhalatie corticosteroïden bij COPD

Titel onderzoek Nederlands

Afbouwen onnodig gebruik van inhalatie corticosteroïden bij COPD

Onderzoeksvraag

Een 10% reductie in afgifte van ICS door apotheken bij COPD patiënten bereiken/bewerkstelligen in 12 maanden.

Onderzoeksinstituut

Universitair Medisch Centrum Groningen

Samenvatting van het onderzoek

Zowel astma als COPD zijn veel voorkomende chronisch obstructieve longziekten die onder andere hoest en kortademigheid veroorzaken. Astma komt al voor vanaf de kinderleeftijd, terwijl COPD zich meestal pas na het 40e levensjaar ontwikkelt. ICS (inhalatiecorticosteroïden) zijn goed werkzaam bij astma, maar slechts beperkt bij de COPD-populatie, namelijk alleen bij patiënten met 2 of meer exacerbaties per jaar en een ontstekingscomponent zoals bij astma.

Het gebruik van ICS bij COPD-patiënten met minder dan 2 exacerbaties per jaar wordt afgeraden in de recente Nederlandse COPD-behandelrichtlijnen. Toch worden ICS nog steeds erg frequent voorgeschreven. Naast het gebrek aan toegevoegde waarde zorgen zij ook voor meer bijwerkingen. De negatieve gezondheidseffecten die daaruit voortvloeien resulteren in nogmaals een verhoging van de zorgkosten.

Dit project beoogt onnodige ICS bij patiënten met COPD met een relatief goede longfunctie en zonder astma te reduceren.

 

Aanpak

Focusgroepen met patiënten en professionals om belemmerende en bevorderende factoren te identificeren. Op basis van de resultaten wordt de concept aanpak verder ontwikkeld:

  •     Bijscholing van huisartsen en apothekers, waarin feedback wordt gegeven over aanvraaggedrag.
  •     Reminder van dit onderwerp bij volgende FTO’s (farmacotherapeutische overleggen).
  •     Bekend maken via patiëntbladen en vakbladen.
  •     Huisartsen krijgen een overzicht van patiënten die mogelijk onnodig ICS gebruiken.

 

Resultaat

  •     Primaire eindpunt is het percentage patiënten die onterecht corticosteroïden gebruiken. Het project is geslaagd als dit tenminste 10% gedaald is.
  •     Secundaire uitkomstmaten zijn het in kaart brengen van de kosten, substitutie van zorg, patiëntervaringen, aantal exacerbaties.

Startdatum onderzoek

Type onderzoek

Interventiestudie

Aard van het onderzoek

Deimplementatie studie

Design van het onderzoek

Gecontroleerde pre/post interventiestudie met twee deïmplentatie groepen en twee meetmomenten

Onderzoeker

J.W. Kocks - Assistant professor

Contactpersoon

Dr. C. de Jong

Andere betrokkenen

  • Dr. Tjard Schermer, hoofd onderzoek Radboud UMC
  • Dr. Corina de Jong, senior onderzoeker UMCG.
  • Dr. Job van Boven, gezondheidseconoom UMCG.
  • Prof. Dr. Thys van der Molen, hoogleraar huisartsgeneeskunde UMCG.
  • Dr. Roland Riemersma, huisarts Appingedam en onderzoeker UMCG GHC.
  • Drs. Ebian Brill, apotheker Apotheek Hanzeplein Groningen GAV.
  • Dr. Maarten van den Berge, longarts UMCG.

Beantwoordt het onderzoek een geprioriteerde kennislacune(s) uit de onderzoeksagenda huisartsgeneeskunde?

Nee

Voortgang

Afgerond onderzoek

Samenwerking(en) met andere afdelingen of instituten

Groninger Huisartsen Cooperatie, Groninger Apotheken Vereniging