Depressie bij ouderen en eenzaamheid
Titel onderzoek Nederlands
Titel onderzoek Engels
Onderzoeksvraag
Uitgangsvraag PICO
P
60+ patiënten met een gediagnostiseerde depressie
C
Eenzame patiënten vergeleken met niet eenzame patiënten
O
depressie (score op Inventory of Depressive Symptoms) na twee jaar
Onderzoeksinstituut
Universitair Medisch Centrum GroningenSamenvatting van het onderzoek
Depressie en eenzaamheid komen beide veel voor onder ouderen. De wijze waarop eenzaamheid depressie beïnvloed is nog niet sluitend vastgesteld. Onze onderzoeksvraag is hoe eenzaamheid van invloed is op het herstel van depressie bij 60+ers. We onderzoeken dit op basis van data die verzameld zijn in het kader van de Nederlandse Studie naar Depressie onder Ouderen (NESDO). Depressie onder de deelnemende patiënten is vastgesteld met een gestandaardiseerd diagnostisch interview (CIDI). Eenzaamheid werd gemeten met de de Jong-Gierveld eenzaamheid schaal, ingevuld door de depressieve patienten op baseline. Het beloop van depressie na twee jaar werd gemeten met de Inventory of Depressive Symptoms, die de patiënten op baseline en na twee jaar invulden. Met behulp van regressie analyse stelden we vast of eenzaamheid op baseline een voorspeller was voor afname van IDS-score, waarbij we controleerden voor de omvang van het sociale netwerk en klinisch relevante confounders. Van alle respondenten was 48% na twee jaar nog steeds depressief. Eenzaamheid droeg daar sterk aan bij. Zeer eenzame patiënten hadden
vier keer zo weinig kans op herstel dan niet eenzame patiënten.
Startdatum onderzoek
Type onderzoek
Aard van het onderzoek
Design van het onderzoek
Onderzoeker
Contactpersoon
P.F.M. Verhaak (projectleider, Hoogleraar GGZ in de huisartspraktijk)Andere betrokkenen
H. Burger (hoofd afdeling onderzoek huisartsgeneeskunde, UMCG)