Diagnostiek bij geheugenproblemen: door de huisarts of op de geheugenpoli?

Titel onderzoek Nederlands

Diagnostiek bij geheugenproblemen: door de huisarts of op de geheugenpoli?

Titel onderzoek Engels

Primary care diagnostics or diagnostics in a memory clinic in older persons with memory complaints – A long-term cost-effectiveness trial with non-inferiority design

Acroniem

PRIMED

Onderzoeksvraag

Is diagnostiek in de eerste lijn niet slechter dan verwijzing naar een geheugenpolikliniek bij ouderen met geheugenklachten voor wat betreft het (iADL-)functioneren in de tijd?

Uitgangsvraag PICO

P

Patiënten van 70 jaar en ouder met geheugenklachten bij wie diagnostiek gewenst is, zonder kenmerken van bijzondere vormen van dementie of intracraniële pathologie

I

Diagnostiek in de eerste lijn (al dan niet in samenwerking met een specialist ouderengeneeskunde)

C

Diagnostiek in de tweede lijn (verwijzing naar een geheugenpolikliniek naar keuze)

O

Primaire uitkomstmaat:
- Dagelijks functioneren (A-iADL-Q-SV)

Secundaire uitkomstmaten:
- Kosteneffectiviteit (RUD, EQ-5D-5L)
- Stemming (GDS-15)
- Neuropsychiatrische symptomen (NPI-Q)
- Cognitie (MMSE)
- Mantelzorgbelasting (Perserverance time)
- Diagnostische accuratesse
- Tijd tot diagnose
- Ziekenhuis- en verpleeghuisopname
- Overlijden

Onderzoeksinstituut

Radboudumc

Samenvatting van het onderzoek

In Nederland wordt de diagnose dementie vaker op een geheugenpolikliniek gesteld dan bij de huisarts. Op een geheugenpoli wordt de diagnose vaak sneller gesteld, maar het uitgebreide onderzoek op een geheugenpoli wordt vaak als belastend ervaren. Het is dus de vraag of verwijzing wel in het belang van de patiënt is. Bovendien is onderzoek op de geheugenpoli duurder.

Wij denken dat voor de meeste ouderen met geheugenklachten de diagnostiek net zo goed bij de huisarts kan worden gedaan. Om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden gaan we 294 ouderen met geheugenproblemen randomiseren naar de setting waar het diagnostisch onderzoek zal plaatsvinden. Vervolgens kijken we gedurende 2.5 jaar of beide diagnostische trajecten leiden tot verschillen in het dagelijks functioneren en andere relevante uitkomstmaten zoals ervaren kwaliteit van leven, stemming en gedrag, cognitie, en de kosteneffectiviteit.

Startdatum onderzoek

Type onderzoek

Diagnostisch

Aard van het onderzoek

Medisch inhoudelijk

Design van het onderzoek

Randomized (controlled) trial

Onderzoeker

Demi Ronner, arts in opleiding tot specialist ouderengeneeskunde en onderzoeker (AIOTO)

Contactpersoon

Demi Ronner

Projectleider

Marieke Perry, senior onderzoeker en huisarts

Andere betrokkenen

Radboudumc:
Edo Richard, hoogleraar neurologie en neuroloog
Henk Schers, hoogleraar huisartsgeneeskunde en huisarts
Irma Maassen, onderzoeksmedewerker

Amsterdam UMC:
Eric Moll van Charante, hoogleraar cardiovasculair risicomanagement in een multi-etnische populatie en huisarts
Pim van Gool, hoogleraar neurologie en neuroloog
Josephine Lindhout, arts promovenda

LUMC:
Miriam Haaksma, senior onderzoeker en epidemioloog
Jacobijn Gussekloo, hoogleraar eerstelijnsgeneeskunde

ICPC codes

P20 en P70

Beantwoordt het onderzoek een geprioriteerde kennislacune(s) uit de onderzoeksagenda huisartsgeneeskunde?

Nee

Onderzoeksagenda categorieën

Ouderen-kwetsbare patiënten-multimorbiditeit

Clusters

P. Psychische problemen

Voortgang

Lopend onderzoek

Soort samenwerking

Data wordt verzameld door betrokken onderzoekers uit het Radboudumc, Amsterdam UMC en LUMC. Werving van patiënten gebeurt via deelnemende huisartsenpraktijken, dit zijn onder andere leden van diverse academische huisartsennetwerken (AHN, ANHA, ELAN).