Goed handelen als het moet: is er blijvend effect van scenario onderwijs in de spoedzorg?

Titel onderzoek Nederlands

Goed handelen als het moet: is er blijvend effect van scenario onderwijs in de spoedzorg?

Titel onderzoek Engels

Act well when necessary: ​​is there a lasting effect of scenario education in emergency care?

Onderzoeksvraag

Is er blijvend effect van scenario onderwijs in de spoedzorg?

Onderzoeksinstituut

Erasmus MC

Samenvatting van het onderzoek

In de organisatie van de spoedzorg nemen huisartsen een belangrijke plaats in. Elk jaar volgen ruim 700 aios de STARtclass in het tweede jaar van hun opleiding. De STARtclass leert de aios juist te handelen in spoedsituaties. De stressvolle en soms chaotische situatie van een spoedgeval wordt in de cursus zo goed mogelijk nagebootst. In een scenario met een simulatiepatiënt kan de aios competent gedrag laten zien in een realistische en herkenbare praktijksituatie. Het is de verwachting dat aios hiermee beter zijn voorbereid op spoedsituaties in de dagelijkse huisartspraktijk. Toch is het nog steeds de vraag of dit werkelijk zo is.

In dit driejarige project onderzoeken we in hoeverre het scenario-onderwijs beklijft en hoe aios het geleerde in de praktijk toepassen. We nemen eerst de afsluitende scenariotoets van de STARtclass Huisartsgeneeskunde jaar 2 op, en herhalen deze toets 7 tot 10 maanden later bij dezelfde aios. Ook interviewen we aios om te onderzoeken in hoeverre zij de ABCDE-systematiek in de praktijk toepassen. Het doel van dit project is om het scenario-onderwijs te funderen op evidence-based research. Wat werkt en wat werkt niet in de huidige praktijk van het scenario-onderwijs? Met de resultaten kan de organisator van dit onderwijs, de Schola Medica, het onderwijs evalueren en verbeteren.

Startdatum onderzoek

Type onderzoek

Conversatie analytisch

Aard van het onderzoek

Onderwijs

Design van het onderzoek

Kwalitatief onderzoek

Onderzoeker

J.T. van Veen

Contactpersoon

J.T. van Veen

Projectleider

M. Veen

Andere betrokkenen

M. Huiskes
P. J.E. Bindels
H. Rijkels-Otters

Beantwoordt het onderzoek een geprioriteerde kennislacune(s) uit de onderzoeksagenda huisartsgeneeskunde?

Nee

Voortgang

Lopend onderzoek