Herbeoordeling van de diagnostische strategie voor klinisch relevante schildklierafwijkingen bij oudere patiënten in de eerstelijn
Titel onderzoek Nederlands
Titel onderzoek Engels
Acroniem
Onderzoeksvraag
hebben en anderzijds zoveel mogelijk ouderen worden gevonden met schildklierstoornissen die wel behandeling behoeven?
Uitgangsvraag PICO
P
Oudere patiënten waarbij de huisarts besluit middels bloedonderzoek de werking van de schildklier te controleren.
I
Twee nieuwe diagnostische strategieën waarbij 1. de TSH grenzen worden verbreed, en 2. eerst het vrije T4 wordt bepaald en daarna zo nodig het TSH.
C
De huidige disgnostische strategie waarbij eerst TSH wordt bepaald en indien afwijkend het vrije T4.
O
De verhouding tussen het aantal ouderen met de diagnose subklinische hypothyreoïdie die geen behandeling nodig hebben en het aantal ouderen met schildklierstoornissen die wel behandeling behoeven.
Onderzoeksinstituut
Leids Universitair Medisch CentrumSamenvatting van het onderzoek
De werking van de schildklier wordt onderzocht door eerst het schildklierstimulerend hormoon (TSH) in het bloed te meten. Als het TSH afwijkend is, dan wordt ook het schildklierhormoon (vrije T4) bepaald. Bij 10-20% van de 60-plussers wordt zo een subklinische hypothyreoïdie gevonden. Uit recent onderzoek blijkt dat er bij ouderen steeds minder redenen zijn voor verdere controle of behandeling van een subklinische hypothyreoïdie. Het stellen van de diagnose subklinische hypothyreoïdie is daarom bij ouderen medisch onnodig, maar leidt wel tot ongerustheid bij patiënten en (onnodig) medisch handelen. Dit vraagt om een nieuwe en meer doeltreffende strategie om schildklierstoornissen vast te stellen. Ons doel is de meest doeltreffende diagnosestrategie te vinden waarbij enerzijds zo min mogelijk ouderen met de diagnose subklinische hypothyreoïdie gevonden worden die geen behandeling nodig hebben en anderzijds zoveel mogelijk ouderen worden gevonden met schildklierstoornissen die wel behandeling behoeven.
We vergelijken de huidige strategie (eerst TSH en indien afwijkend schildklierhormoon) met twee nieuwe strategieën. De eerste nieuwe strategie is het verbreden van de TSH grenzen voor ouderen voordat schildhormoon gemeten wordt. De tweede nieuwe strategie is het omdraaien van de volgorde: eerst schildklierhormoon en indien nodig TSH. De vergelijking zal worden gedaan in een groot Nederlands bevolkingsonderzoek en in nieuw te verzamelen data van 2000 oudere huisartspatiënten. De prestaties van de drie diagnostische teststrategieën worden besproken met een panel van experts, waaronder ouderen en patiënten om zo de teststrategieën te prioriteren.
Startdatum onderzoek
Type onderzoek
Aard van het onderzoek
Design van het onderzoek
Onderzoeker
Contactpersoon
Dr. Rosalinde PoortvlietProjectleider
Andere betrokkenen
Prof. dr. Jacobijn Gussekloo, Dr. Wendy den Elzen, Dr. Claudia Pronk-Admiraal, Prof. dr. Simon Mooijaart,