Project PRO-test plus: Proactiever opsporen van hiv ter preventie van late presentatie in hoog-risico huisartspraktijken en spoedeisende eerste hulp
Titel onderzoek Nederlands
Titel onderzoek Engels
Onderzoeksvraag
Onderzoeksinstituut
Academisch Medisch Centrum - UvASamenvatting van het onderzoek
Er wordt geschat dat er 25.000 personen met hiv leven in Nederland, 30-40% hiervan is nog niet de hoogte van hun diagnose. In 2012, zijn er 1100 nieuwe hiv-patiënten gediagnosticeerd, waarvan 43% te laat in zorg.
Tijdige behandeling van hiv-infecties geeft niet alleen gezondheidswinst voor het individu, maar vermindert ook drastisch de transmissie naar seksuele partners.
De NHG-standaard soa/hiv, die in september 2013 is verschenen, adviseert dat huisartsen pro-actiever een hiv-test aanbieden aan doelgroepen. Tevens wordt er geadviseerd om laagdrempelig een hiv-test aan te bieden bij hiv gerelateerde aandoeningen. Op soa-poliklinieken is inmiddels een opt-out beleid geïntroduceerd. Verdere case-finding zal vooral in de huisartspraktijk moeten plaatsvinden. Onduidelijk is op welke wijze de huisarts een zinnig en duurzaam hiv-testbeleid in praktijk kan operationaliseren.
Het project PRO-test beoogt preventie van late presentatie en betere herkenning van een acute hiv-infectie te realiseren en onderzoekt haalbaarheid en (kost-)effectiviteit van meerdere interventies in hoog-risico huisartspraktijken. De interventies worden ontwikkeld in samenwerking met betrokken huisartspraktijken, Divisie Klinische Methoden en Public Health; afdeling Huisartsgeneeskunde en Divisie Interne Geneeskunde; afdeling Infectieziekten van het AMC. De resultaten van het project kunnen worden gebruikt voor uitrol in andere gebieden met vergelijkbare problematiek. Daarnaast wordt er een pilot opgezet naar de mogelijkheden van case-finding via de spoedeisende eerste hulp.
Samenwerking
Het onderzoek is in samenwerking met de volgende partijen tot stand gekomen:
- HAGnet registratienetwerk, Divisie Klinische Methoden en Public Health, Afdeling Huisartsgeneeskunde, AMC, Amsterdam.
- Centrum Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten, RIVM, Bilthoven.
- Integrated Primary Care Information (IPCI), Erasmus MC, Rotterdam.
- Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL), Utrecht.
- Divisie Interne Geneeskunde, afdeling Infectieziekten van ziekenhuizen AMC, OLVG en Erasmus MC.
- Spoedeisende hulp van ziekenhuizen AMC, Erasmus MC en Maaslandziekenhuis.
Startdatum onderzoek
Type onderzoek
Aard van het onderzoek
Design van het onderzoek
Onderzoeker
Contactpersoon
Ivo JooreAndere betrokkenen
J.E.A.M. van Bergen (projectleider, professor soa en hiv in de 1e lijn, afdeling huisartsgeneeskunde AMC-UvA en programmaleider Professionals Soa-Aids Nederland. Tevens werkzaam bij Centrum Infectieziektebestrijding RIVM en huisarts GC Venserpolder), Prof dr. J.M. Prins (Divisie Interne Geneeskunde, afdeling Infectieziekten, AMC-UvA, Amsterdam), Dr. S.E. Geerlings (Divisie Interne Geneeskunde, afdeling Infectieziekten, AMC-UvA, Amsterdam), Dr. N. van Dijk (Divisie Klinische Methoden en Public Health, afdeling Huisartsgeneeskunde, onderzoek naar onderwijs, AMC-UvA, Amsterdam), Dr. I. van der Broek (Centrum Infectieziektebestrijding RIVM, Bilthoven), Prof dr. A. Verbon (Divisie Interne Geneeskunde, afdeling Infectieziekten, Erasmus MC, Rotterdam)