Infectiepreventie in de huisartsen- en verloskundigenpraktijk

Infectiepreventie in de huisartsen- en verloskundigenpraktijk

Wijziging versie 2.0

Beschrijving van de wijziging

  • Alle geactualiseerde normeringen en wet- en regelgeving voor persoonlijke beschermingsmiddelen en medische hulpmiddelen zijn weergegeven in tabel 1.
  • De specifieke aanbeveling om bij een mogelijke infectie met Clostridioides difficile of norovirus de handen te reinigen met water en zeep is komen te vervallen. Handdesinfectie heeft de voorkeur boven het toepassen van handreiniging, tenzij de handen zichtbaar verontreinigd zijn of na contact met lichaamsvloeistoffen of niet-intacte huid.
  • Voor desinfectie (na reiniging) van grotere oppervlakten die verontreinigd zijn met lichaamsvloeistoffen zijn meerdere middelen mogelijk: gebruik een middel met een virucide werking (zoals waterstofperoxide met perazijnzuur of chloor), dat is toegelaten door Ctgb of ECHA.
  • Er is meer aandacht voor duurzaamheid en belasting voor het milieu.
  • Alleen een onafhankelijke derde partij, zoals een arbodienst, mag gezondheidsgegevens (onder andere vaccinatiestatus) van medewerkers registreren (in verband met de wet Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)). Dit is aangepast in de minimumnorm.
  • Bij verloskundige handelingen (vaginaal toucher tijdens de zwangerschap, tijdens de partus en bij het plaatsen van een episiotomie, (ont)hechten van een ongecompliceerde ruptuur of episiotomie) zijn de aanbevelingen voor het gebruik van steriele of niet-steriele handschoenen aangepast.