Overslaan en naar de inhoud gaan

Om deze website optimaal te laten functioneren, plaatsen wij functionele en analytische cookies. We gebruiken ook cookies van derden om video's te tonen. U kunt deze cookies uitschakelen in de cookie-instellingen.

Meer informatie

Om deze website zo optimaal mogelijk te laten functioneren plaatsen wij functionele en analytische cookies. We gebruiken ook cookies van derden om video's te tonen.

Cookie opties

Cookies die noodzakelijk zijn voor het functioneren van de website.

Cookies die het algemene websitegebruik volgen om de website te optimaliseren.

Cookies die YouTube / Vimeo gebruikt om gerichte suggesties te doen en om advertenties in video's te plaatsen.

Home
NHG-Richtlijnen
  • Home
  • Handleiding NHG-Standaarden
  • Kennislacunes en huisartsgeneeskundig onderzoek
  • Installeer de webapp
  • Offline gebruik
  • Vervallen richtlijnen
  • Over NHG-richtlijnen
  • Contact

Breadcrumb

  1. Home
  2. Pruritus senilis
‹ Terug naar nomale weergave
NHG-Behandelrichtlijn
Gepubliceerd
Gepubliceerd:
Laatste aanpassing:
Laatste aanpassing: december 2007

Pruritus senilis

Auteur(s):
A. Knuistingh Neven
volledige-tekst-achtergronden

Achtergronden

Pruritus senilis is langdurig bestaande jeuk bij oudere mensen. Er kan geen oorzaak vastgesteld worden. Jeuk wordt gemediëerd door diverse stoffen, waarvan histamine de bekendste is. De pathogenese van pruritus senilis is dus per definitie onbekend. Exogene factoren, zoals droge warme lucht, overmatig gebruik van zeep en warm water en endogene factoren, zoals verminderde hydratatie en trage reparatie van de oudere huid, zijn wellicht van belang. De patiënt klaagt over een diffuse jeuk over het gehele lichaam. Bij onderzoek zijn een droge huid met vaak krabeffecten, de meest opvallende verschijnselen. Andere oorzaken van diffuse jeuk, zoals maligniteiten, icterus, uremie, diabetes, toxicodermie en worminfecties dienen overwogen te worden en hebben een specifiekere aanpak nodig. 1 2 3
In de huisartspraktijk is de incidentie bij alle leeftijden van ‘pruritus/jeuk’ (ICPC-code S02) ca 5,2 per 1000 patiënten per jaar, in de leeftijdsgroep 65-74 jaar is de incidentie 7,4 en boven de 75 jaar neemt de incidentie toe tot 14,5. 4 5

volledige-tekst-beleid

Beleid

  • Pruritus senilis is een diagnose per exclusionum. Mogelijke oorzaken dienen te worden uitgesloten. 
  • Voor pruritus senilis is slechts symptomatische behandeling mogelijk. Effectiviteitsonderzoek is nauwelijks verricht. 
volledige-tekst-niet-medicamenteuze-adviezen

Niet-medicamenteuze adviezen

Adviezen richten zich op mogelijke exogene factoren. Vermijden van overmatig zeepgebruik, heet water en een droge omgevingslucht zouden kunnen helpen de klachten te verminderen.

volledige-tekst-medicamenteuze-behandeling

Medicamenteuze behandeling

volledige-tekst-indicaties-voor-farmacotherapie

Indicaties voor farmacotherapie

De indicatie voor farmacotherapie is jeuk die storend werkt op het dagelijks functioneren.

volledige-tekst-farmacotherapeutische-mogelijkheden

Farmacotherapeutische mogelijkheden

  • Indifferente middelen met een jeukstillende werking
  • Differente middelen
  • Antihistaminica
volledige-tekst-indifferente-middelen
Indifferente middelen
  • Werking:
    • Van lokale indifferente middelen wordt verondersteld dat ze een verzachtende, verkoelende en jeukstillende werking hebben.
    • De meest gebruikte middelen hiervoor zijn lanettecreme, vaseline-cetomacrogolcreme, vaseline-paraffine FNA en unguentum leniens
  • Werkzaamheid:
    • Gecontroleerd onderzoek ontbreekt. De toepassing is gebaseerd op klinische ervaring.
  • Bijwerkingen:
    • In sommige indifferente preparaten wordt propyleenglycol als conserveermiddel gebruikt, hetgeen bij sommige patiënten een branderige irritatie kan geven. Propyleenglycol kan dan door sorbinezuur vervangen worden.
    • Verder bevat lanettecreme wolvet (cera lanette); patiënten die overgevoelig zijn voor wol kunnen hierop allergische reacties ontwikkelen.
  • Aandachtspunten:
    • Ouderen hebben vaak al een droge huid zodat lotio alba vanwege de indrogende werking minder gewenst is.
volledige-tekst-differente-middelen
Differente middelen
  • Werking:
    • Vaak wordt ee n klasse I corticosteroïd, zoals hydrocortison 1% toegevoegd aan een indifferente basis in verband met de jeukstillende werking van corticosteroïden. 6
    • Lidocaïne-levomentholgel FNA (beide 1%) en calamineschudsel (Calamine-schudsel FNA bevat per ml 150 mg calamine, 50 mg zinkoxide en 4,2 mg fenol) werken jeukstillend en verkoelend.
  • Werkzaamheid: Onderzoek ontbreekt
  • Bijwerkingen:
    • Lidocaïne en levomenthol kunnen zelden irritatie en overgevoeligheidsreacties (= sterke jeuk, roodheid, zwelling of huiduitslag) geven en mogen net als calamineschudsel niet gebruikt worden in open wonden.
    • Calamineschudsel is niet geschikt voor gebruik op het zichtbare deel van de blanke huid.
volledige-tekst-orale-histaminica
Orale histaminica
  • Werking:
    •  Deze orale middelen antagoneren histamine op de histaminereceptoren (H 1-receptor) en blokkeren daardoor de jeukreactie die ontstaat door het vrijkomen van histamine.
  • Werkzaamheid:
    •  Van oxatomide is het effect op pruritus senilis in één gecontroleerd onderzoek onderzocht. In het onderzoek zijn 35 patiënten geïncludeerd en gerandomiseerd. 7  De duur van het onderzoek was 8 weken. Slechts 22 patiënten doorliepen het volledige protocol. Er waren dus 13 uitvallers. De analyses werden echter per protocol uitgevoerd. In deze opzet bleek oxatomide effectiever dan placebo (p<0.01). Het onderzoek toonde echter grote tekortkomingen.
    • Andere, ook nieuwere, antihistaminica die minder bijwerkingen (vooral minder sufheid) geven, zijn bij deze indicatie niet onderzocht.
  • Bijwerkingen: Als bijwerking worden sufheid en spierkrampen vermeld.
volledige-tekst-beleid

Beleid

  • Symptomatische lokale behandeling met indifferente middelen verdient de voorkeur.
  • Toevoeging van klasse 1-corticosteroïden is mogelijk effectiever. Ook kan lidocaïne-levomentholgel FNA worden toegepast.
  • Symptomatisch kunnen orale antihistaminica worden voorgeschreven indien met lokale middelen onvoldoende resultaat bereikt wordt.
  • Jeuk waarbij een causale oorzaak aanwezig is, zoals bij terminale patiënten, hebben een specifieke aanpak.
     

Referenties

  1. Eekhof JAH, Knuistingh Neven A, Verheij ThJM. Kleine kwalen in de huisartspraktijk. Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg 2001.
  2. Yosipovitch G, Greaves MW, Schmelz M. Itch. Lancet 2003;361:690-4.
  3. Charlesworth EN, Beltrani VS. Pruritic dermatosis: overview of etiology and therapy. Am J Med 2002;13:25S-33S.
  4. Okkes IM, Oskam SK, Lamberts H. Van klacht naar diagnose. Episodegegevens uit de huisartspraktijk. Bussum: Coutinho, 1998.
  5. Ong RSG, De Waal MWM. RHUH-LEO basisrapport IX: databestand 2000/2001. Leiden: LUMC Afdeling Huisartsgeneeskunde en Verpleeghuisgeneeskunde, 2002.
  6. Van Loenen AC (red). Farmacotherapeutisch Kompas 2003. Amstelveen: Commissie Farmaceutische Hulp van het College voor Zorgverzekeraars, 2003.
  7. Dupont C, De Maubeuge J, Kotlar W, Lays Y, Masson M. Oxatomide in the treatment of pruritus senilis. Dermatologica 1984;169:348-53.
  • Contact
  • Gebruikersvoorwaarden
  • Juridische status van richtlijnen
  • Disclaimer
  • Privacy- en cookiebeleid
  • Naar NHG.org
  • Vacatures

NHG-Richtlijnen

Richtlijnen voor de diagnostiek en behandeling van veelvoorkomende aandoeningen in de huisartsenpraktijk