Effectiviteit van het selecteren van subgroepen (bijv. op basis van uitslag CRP-test en/of klinisch scoresysteem, ziekte-ernst) bij de behandeling met antibiotica bij een ongecompliceerde faryngotonsillitis met als doel het verminderen van klachtduur
ICPC
R21Naam van de richtlijn
Publicatiedatum van de richtlijn
Onderwerp
Korte titel
Achtergrond
Tot nu is er geen methode bekend om een subgroep van patiënten met een faryngotonsillitis te definiëren bij wie antibiotica effectiever zijn bij het bereiken van het behandeldoel ‘voorkomen van peritonsillair abces’ of ‘verkorten van de klachtenduur en ernst’. Vanwege de lage incidentie van het abces is het onwaarschijnlijk dat deze patiënten vooraf geïdentificeerd kunnen worden. Mogelijk anders ligt het t.a.v. klachtenverlichting. Er is bekend dat het geven van antibiotica bij GAS-faryngotonsillitis de klachten iets meer bekort dan bij alle faryngotonsillitiden, maar niet duidelijk is hoeveel en bovendien lijkt dat effect niet groter dan als patiënten worden geselecteerd op basis van een klinisch score systeem. Van selectie op basis van de CRP-test is ook niet bekend wat het effect is.
Als het doel van het geven van antibiotica aan geselecteerde patiënten met faryngotonsillitis klachtverlichting is, dan is het belangrijk dat vooraf bepaald wordt welke klachtenverlichting relevant is in de huisartsenpraktijk, gezien de nadelen van antibiotica. De gemiddelde verkorting van de klachtduur van ruim een halve dag die in de standaard wordt genoemd is onvoldoende reden om antibiotica te geven aan alle patiënten met een faryngotonsillitis.
Uitgangsvraag PICO
P
I
C
O
Gewenst onderzoeksonderwerp
Verwacht effect van de onderzoeksuitkomst voor de richtlijn
De uitkomst van dit onderzoek geeft duidelijkheid over de duur van de klachten en veiligheid/kosten van een beleid waarbij patiënten met bepaalde kenmerken van een bacteriële infectie in de huisartsenpraktijk antibiotica krijgen