Percentage patiënten met een beroerte dat contact opneemt met de huisartsenpraktijk met uitvalsverschijnselen die 6 tot 24 uur bestaan en uiteindelijk een acute behandeling ondergaat
ICPC
K90Naam van de richtlijn
Publicatiedatum van de richtlijn
Onderwerp
Korte titel
Achtergrond
De urgentie waarmee de huisarts de patiënt naar de neuroloog verwijst bij vermoeden van een beroerte is afhankelijk van de aanwezigheid van uitvalsverschijnselen en de mogelijkheid tot behandeling in de acute fase.
Een aanzienlijk deel van de patiënten die direct, zonder beoordeling door een huisarts, ingestuurd worden met verdenking op een beroerte, heeft uiteindelijk geen beroerte. Daarnaast zijn de percentages patiënten die voor acute behandeling (intraveneuze trombolyse, endovasculaire behandeling, couperen antistolling) in aanmerking komen, onbekend.
In de huidige NHG-Standaard Beroerte ligt de grens voor verwijzing met U1-urgentie op 12 uur.
Uitgangsvraag PICO
P
1. patiënten > 18 jaar uitvalsverschijnselen, (telefonisch) verdacht voor een beroerte (klachtenduur 6- 12 uur)
2. patiënten > 18 jaar uitvalsverschijnselen, (telefonisch) verdacht voor een beroerte (klachtenduur 12 - 24 uur)
I
U1 verwijzing naar neuroloog
O
Acute behandeling
- Endovasculaire behandeling
- Intraveneuze trombolyse
- Couperen antistolling
Gewenst onderzoeksonderwerp
Verwacht effect van de onderzoeksuitkomst voor de richtlijn
Het al dan niet aanpassen van de urgenties voor verwijzing bij vermoeden van een beroerte