Obesitas
- Vraag toestemming om het over het gewicht te hebben.
 - Overweeg gebruik van Checkoorzakenovergewicht.nl of de Praatplaat.
 - Vraag naar:
- gewichtscontroles bij de jgz
 - familieanamnese diabetes
 - onderliggende oorzaken en factoren, zoals leefstijl, psychische conditie of medicatie (zie voorbeelden in tabel H1)
 - obesitas ontstaan < 5 jaar, ongeremde eetlust, gewicht in vergelijking met de rest van het gezin, ontwikkelingsachterstand (vermoeden genetische oorzaak)
 - gewichtsgerelateerde comorbiditeit zoals pijn in dragende gewrichten, obstructief slaapapneu, psychische klachten, overmatig drinken, dorst of plassen
 
 
- Bepaal de BMI
 - Let op aanwijzingen voor onderliggende aandoeningen:
- vetverdeling en lichaamsbouw: buffalo hump, vollemaansgezicht, overmatige vetopslag in buikregio
 - huidafwijkingen: hirsutisme, striae, acne, acanthosis nigricans
 - (vervroegde) puberteitskenmerken
 - dysmorfe kenmerken
 
 
Bepaal bij kinderen ≥ 5 jaar met obesitas graad 1 (zie tabel H3) de nuchtere glucosewaarde.
- Stel de diagnose overgewicht, obesitas of ernstige obesitas, afhankelijk van leeftijd en geslacht, zie tabel H3 en Voedingscentrum | BMI jongens en meisjes van Hindostaanse afkomst.
 - Beoordeel of er sprake is van:
- risicofactoren: positieve familieanamnese diabetes, acanthosis nigricans, nuchter glucose ≥ 5,6 mmol/l bij kinderen ≥ 5 jaar met obesitas graad 1
 - comorbiditeit: obstructief slaapapneu
 
 - Bepaal het gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico (GGR) (zie tabel H4).
 - Schat in of er aanwijzingen zijn voor zeldzamere onderliggende oorzaken en factoren zoals gewichtsverhogende medicatie, afbuigende groeicurve, obesitas ontstaan < 5 jaar. Zie volledige tekst.
 
- Leg uit dat er vaak meerdere oorzaken zijn die tegelijkertijd een rol spelen, zoals ongezonde leefstijl, stress of medicatiegebruik.
 - Leg uit dat obesitas een verhoogd risico geeft op veel aandoeningen.
 - Bespreek dat een gezonde leefstijl gezondheidswinst geeft op kwaliteit van leven en fitheid.
 - Bespreek dat gedragsverandering voor een gezonde leefstijl gericht is op de lange termijn.
 - Leg uit dat behandeling plaatsvindt door het sociaal domein (meestal jgz) of de kinderarts.
 
- Geef voedingsadvies op basis van de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum, stimuleer variatie en adviseer beperking van ultrabewerkt voedsel.
 - Ontmoedig streng (en herhaald) lijnen.
 - Adviseer voor kinderen 4-18 jaar:
- ≥ 1 uur per dag matig intensief bewegen, zoals fietsen of buiten spelen
 - ≥ 3 × per week spier- en botversterkende activiteiten, zoals springen of krachtoefeningen
 - voorkom veel stilzitten
 
 - Bespreek het belang van goede slaap en vermindering van chronische stress.
 - Adviseer beperkt gebruik van sociale media, mobiele telefoon en gamen.
 
- Verwijs laagdrempelig naar het sociaal domein (zoals Welzijn op Recept) bij wens voor hulp bij sociale of financiële problematiek (van ouders), of voor mogelijkheden voor ontspanning, sporten of zingeving.
 - Verwijs naar de jgz bij:
- overgewicht of obesitas (graad 1) zonder risicofactoren of comorbiditeit
 
 - Verwijs naar een kinderarts bij:
- obesitas bij kinderen < 5 jaar
 - overgewicht of obesitas (graad 1) en vermoeden van een onderliggende aandoening
 - overgewicht of obesitas (graad 1) met risicofactoren en/of comorbiditeit die diagnose en behandeling in de tweede lijn vereisen: obstructief slaapapneu, acanthosis nigricans, nuchter glucose ≥ 5,6 mmol/l
 - ernstige obesitas (≥ graad 2)
 
 
- Vraag toestemming om het over het gewicht te hebben.
 - Overweeg gebruik van Checkoorzakenovergewicht.nl.
 - Vraag naar:
- leefstijl
 - sociaal-economische omstandigheden
 - psychische klachten
 - gebruik van gewichtsverhogende medicatie
 - klachten passend bij hypothyreoïdie (zie NHG-Standaard Schildklieraandoeningen), PCOS (overbeharing, onregelmatige menstruatie) of verminderd libido
 - tumor of behandeling in het gebied van de hypothalamus
 - leeftijd bij ontstaan obesitas, ongeremde eetlust, gewicht in vergelijking met de rest van het gezin
 
 - Ga na of er sprake is van gewichtsgerelateerde comorbiditeit: cardiovasculaire aandoening, diabetes mellitus type 2, obstructief slaapapneu of artrose van een dragend gewricht.
 
- Bepaal de BMI.
 - Meet bij BMI ≤ 35 de buikomvang.
 
- Bepaal nuchter glucose bij patiënten > 45 jaar én BMI ≥ 27.
 - Stel cardiovasculair risicoprofiel op bij patiënten met BMI ≥ 30.
 - Overweeg bepaling ALAT tenzij < 6 maanden geleden bepaald.
 
- Stel de diagnose:
- overgewicht: BMI ≥ 25-29,9
 - obesitas: BMI 30-34,9
 - ernstige obesitas: BMI 35-39,9
 - zeer ernstige obesitas: BMI ≥ 40 (registreer contra-indicatie ‘Obesitas met BMI ≥ 40’ in het HIS)
 
 - Bepaal of sprake is van:
- gewichtsgerelateerde comorbiditeit
 - ernstig vergrote buikomvang: vrouwen ≥ 88 cm; mannen ≥ 102 cm
 - aanwijzingen voor een hormonale, hypothalame of genetische oorzaak
 
 - Bepaal het gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico (GGR) (zie tabel H5).
 - Voor sommige niet-westerse achtergronden gelden andere referentiewaarden (BMI, buikomvang), zie volledige tekst.
 
- Leg uit dat:
- er vaak meerdere oorzaken zijn, zoals ongezonde leefstijl, stress of medicatiegebruik
 - obesitas een verhoogd risico geeft op veel aandoeningen
 - gewichtsverlies van 5-10% al een aanzienlijke gezondheidswinst geeft, zoals minder kans op of remissie van cardiovasculaire ziekten of diabetes mellitus type 2
 - gedragsverandering nodig is om een gezonde leefstijl te bereiken
 
 - Bespreek de behandelmogelijkheden bij een onderliggende oorzaak.
 - Sommige patiënten komen in aanmerking voor een gecombineerde leefstijlinterventie (GLI), gewichtsreducerende medicatie of bariatrische chirurgie.
 
- Geef een voedingsadvies op basis van de Schijf van Vijf, stimuleer variatie en adviseer beperking van ultrabewerkt voedsel.
 - Ontmoedig streng (en herhaald) lijnen.
 - Adviseer geen alcohol te drinken (of in ieder geval niet > 1 glas per dag).
 - Adviseer beweging passend bij de wensen en mogelijkheden, ≥ 30-60 minuten per keer:
- per week ≥ 150-200 minuten matig tot zwaar intensieve aerobe lichaamsbeweging, bijvoorbeeld stevig doorwandelen of doorfietsen; per week ≥ 200-300 minuten voor gewichtsbehoud na gewichtsverlies
 - 2 × per week krachttraining, bijvoorbeeld fitness gericht op kracht, of klussen
 - voorkom veel stilzitten
 
 - Benoem het belang van goede slaap en vermindering van chronische stress.
 
GLI
Overweeg GLI bij:
- BMI ≥ 25 in combinatie met:
- ernstig vergrote buikomvang (vrouwen ≥ 88 cm; mannen ≥ 102 cm) of
 - gewichtsgerelateerde comorbiditeit
 
 - BMI ≥ 35
 - Niet-westerse migratieachtergrond: zie volledige tekst.
 
- Het voorschrijven van gewichtsreducerende medicatie is extra aanbod en daarom facultatief.
 - Gezonde leefstijl is de basis van de behandeling, ook tijdens het gebruik van gewichtsreducerende medicatie.
 
- Overweeg medicatie bij patiënten met een:
- BMI 35-39,9 en gewichtsgerelateerde comorbiditeit (coronaire hartziekten, beroerte, perifeer arterieel vaatlijden, diabetes mellitus type 2, obstructief slaapapneu of artrose van een dragend gewricht)
 - BMI ≥ 40
 - niet-westerse achtergrond: zie volledige tekst
 
 - Schrijf alleen medicatie voor aan patiënten die:
- ≥ 1 jaar gemotiveerd hebben deelgenomen aan een (gecombineerde) leefstijlinterventie met ≤ 10% gewichtsverlies én
 - blijven deelnemen aan deze leefstijlinterventie, of na afronding van het 2-jarige GLI-programma gemotiveerd zijn voor continuering van de gezonde leefstijl
 
 - Voor dosering en toedieningsvorm zie tabel H6.
 - Stop de medicatie bij < 5% gewichtsverlies na 12 weken gebruik van de maximaal verdraagbare dosis.
 - Bespreek de voor- en nadelen (zie Voorlichting).
 - Schrijf geen medicatie voor bij patiënten > 75 jaar en tijdens zwangerschap of lactatie.
 
Toelichting
- Het voorschrijven van gewichtsreducerende medicatie is extra aanbod en daarom facultatief.
 - Verwijs naar de tweede lijn (bij voorkeur naar een obesitascentrum in een ziekenhuis of een internist gespecialiseerd in obesitas) wanneer medicatie niet door huisarts zelf wordt voorgeschreven.
 
Keuze van het middel
Maak samen met patiënt de keuze op basis van effectiviteit, comorbiditeit en contra-indicatie (zie volledige tekst en tabel H6).
Overweeg verwijzing voor bariatrische chirurgie bij patiënten met:
- BMI ≥ 30 en slecht gereguleerde diabetes mellitus type 2 (via internist)
 - BMI 35-39,9 en gewichtsgerelateerde comorbiditeit
 - BMI 35-39,9 en onvoldoende controleerbare astma ondanks optimale leefstijl en behandeling
 - BMI ≥ 40
 
Controles bij niet-medicamenteuze behandeling
Een aanzienlijk deel van de patiënten zal verwezen zijn en onder controle zijn bij paramedici, GLI of tweede lijn.
Controles bij medicamenteuze behandeling
Voer een controle uit na start gewichtsreducerende medicatie, zie volledige tekst.
Stoppen met gewichtsreducerende medicatie
Overweeg gewichtsreducerende medicatie na 2 jaar geleidelijk af te bouwen tot proefstop (bij plateaufase gewichtsverlies en/of behaald behandeldoel).
Controles bij bariatrische chirurgie
- De nazorg inclusief bloedonderzoeken vindt plaats in een bariatrisch centrum.
 - Registreer de contra-indicatie ‘bariatrische chirurgie’ in het HIS.
 - Sommige geneesmiddelen zijn gecontra-indiceerd, soms is dosisaanpassing nodig.
 
Verwijzing
- Diëtist:
- bij behoefte aan begeleiding naar gezond eten
 - bij dumpingklachten of maag-darmklachten na bariatrische chirurgie
 
 - Fysio- of oefentherapeut: bij behoefte aan bewegen onder begeleiding
 - GLI-aanbieder: bij indicatie en motivatie
 - Sociaal domein: bij wens voor hulp op het gebied van bijvoorbeeld financiële problemen, huisvestingsprobleem, ontspanning, sporten of zingeving
 - Ggz: bij psychische klachten (zie NHG-Standaarden en Landelijke ggz-samenwerkingsafspraken)
 - Obesitascentrum in een ziekenhuis of internist: bij overwegen gewichtsreducerende medicatie als deze niet zelf wordt voorgeschreven
 - Internist:
- bij gewichtstoename zonder duidelijke oorzaak tijdens (langdurig) gebruik van gewichtsreducerende medicatie
 - bij vermoeden van een onderliggende oorzaak (bijvoorbeeld hypothalame of genetische factoren)
 - bij dumpingklachten die onvoldoende reageren op dieetadviezen
 
 - Longarts of kno-arts: bij vermoeden van obstructief slaapapneu
 - Centrum of ziekenhuis met ruime ervaring met bariatrische chirurgie: bij indicatie en motivatie voor bariatrische chirurgie
 
- De rol van de huisarts bij kinderen met obesitas is duidelijker beschreven. De huisarts heeft een signalerende rol om vervolgens te verwijzen naar passende zorg binnen het sociaal domein (meestal de jeugdgezondheidszorg (jgz)) of naar de kinderarts.
 - Er is meer aandacht voor de combinatie van verschillende oorzaken van obesitas.
 - Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico (GGR) is toegevoegd als criterium om het beleid te bepalen.
 - Bij een bepaalde groep volwassenen met obesitas is er op basis van BMI en comorbiditeit plaats voor medicatie naast een gezonde leefstijl. Het voorschrijven van gewichtsreducerende medicatie is facultatief.
 
- Preventie van overgewicht ligt grotendeels buiten het werkterrein van de zorg. De overheid heeft hier een belangrijke taak.
 - Signalering van overgewicht en obesitas bij kinderen vindt vaak plaats bij de jgz. De huisarts signaleert ook, en bespreekt overgewicht en obesitas bij kinderen, ongeacht de reden van het spreekuurbezoek.
 - Maak bij volwassenen het onderwerp ‘gewicht’ bespreekbaar als overgewicht in belangrijke mate bijdraagt aan de klacht, hulpvraag of ziekte.
 - Vraag naast leefstijl ook naar psychische of sociaal-economische factoren en naar medicatiegebruik. Verwijs naar een internist bij een vermoeden van een hormonale, hypothalame of genetische oorzaak.
 - Een gezonde leefstijl is de basis van elke behandeling. Doel van behandeling is verbeterde gezondheid (cardiovasculair risico, comorbiditeit, fitheid, kwaliteit van leven en levensverwachting). Bij volwassenen geeft 5-10% gewichtsverlies al aanzienlijke gezondheidswinst. Bij kinderen in de groei is gewichtsstabilisatie vaak al voldoende.
 - Gewichtsreducerende medicatie (facultatief) of bariatrische chirurgie zijn behandelmogelijkheden bij volwassenen met een BMI ≥ 35 met gewichtsgerelateerde comorbiditeit of BMI ≥ 40. Bij patiënten met obesitas en diabetes mellitus type 2 kunnen deze interventies al bij een lagere BMI worden ingezet.
 - Nazorg na bariatrische chirurgie is geen huisartsenzorg.
 
- Richtlijnen voor diagnostiek en beleid bij kinderen met overgewicht en obesitas. De rol van de huisarts bestaat uit signaleren en verwijzen.
 - Richtlijnen voor diagnostiek en beleid bij volwassenen met obesitas, indien de obesitas in belangrijke mate bijdraagt aan klachten, hulpvraag of ziekte.
 - Richtlijnen voor diagnostiek en beleid bij volwassenen met overgewicht én een ernstig vergrote buikomvang of met gewichtsgerelateerde comorbiditeit, indien overgewicht in belangrijke mate bijdraagt aan klachten, hulpvraag of ziekte.
 
- Indicaties voor het opstellen van een cardiovasculair risicoprofiel, zie NHG-Standaard Cardiovasculair risicomanagement.
 - Voor de dosering van GLP-1 agonisten en medicamenteuze behandeling van diabetes mellitus type 2 bij volwassenen met obesitas, zie NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2.
 
- De NHG-Standaard Obesitas sluit zoveel mogelijk aan bij de multidisciplinaire richtlijn (MDR) Overgewicht en obesitas bij volwassenen en kinderen (Partnerschap Overgewicht Nederland, 2023).
 - De NHG-Standaard Obesitas wijkt af van de MDR voor wat betreft de plaatsbepaling van gewichtsreducerende medicatie bij volwassenen.
 - Zie ook Organisatie van zorg.
 
Kinderen en volwassenen worden gezamenlijk besproken in de onderdelen Achtergronden en Organisatie van zorg, omdat bijvoorbeeld de definities en de pathofysiologie veel overlap vertonen. De richtlijnen voor diagnostiek en beleid zijn voor kinderen en volwassenen apart geformuleerd.
De Wereldgezondheidsorganisatie WHO definieert obesitas als een chronische ziekte waarbij een zodanig overmatige vetstapeling in het lichaam bestaat dat dit aanleiding geeft tot gezondheidsrisico’s.
- Voor de referentiewaarden van de BMI voor obesitas bij kinderen, zie tabel H3 en Voedingscentrum| BMI jongens en meisjes van Hindostaanse afkomst.
 - De referentiewaarde voor obesitas bij volwassenen is BMI ≥ 30.
 - De referentiewaarde voor volwassenen met een Aziatische (inclusief Hindostaanse), Midden-Oosterse, Afrikaanse of Afrikaans-Caribische achtergrond is BMI ≥ 27,5.
 
- Voor kinderen gelden geslachts- en leeftijdsafhankelijke BMI-referentiewaarden, zie tabel H3 en Voedingscentrum | BMI jongens en meisjes van Hindostaanse afkomst.
 - Bij volwassenen is er sprake van overgewicht bij een BMI ≥ 25; bij ouderen > 70 jaar is de referentiewaarde BMI ≥ 28; voor volwassenen met een Aziatische (inclusief Hindostaanse), Midden-Oosterse, Afrikaanse of Afrikaans-Caribische achtergrond is de referentiewaarde BMI ≥ 23.
 
Het gewichtsgerelateerde gezondheidsrisico (GGR) geeft aan in welke mate overgewicht of obesitas het gezondheidsrisico verhoogt en wordt gebruikt om het beleid te bepalen. De gezondheidsschade ziet men terug in verminderde kwaliteit van leven, verlies van gezonde levensjaren, ontstaan van chronische aandoeningen of overlijden.
Zie ook: Detail nr. 1 Epidemiologie
- In 2021 had 8% van de 2-jarige kinderen in Nederland overgewicht of obesitas.
 - In 2023 had 9% van de kinderen van 4-17 jaar in Nederland overgewicht en 4% obesitas.
 
- In 2023 had 50% van de volwassenen in Nederland overgewicht of obesitas en had 15% obesitas.
 - Overgewicht komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen (54 versus 46%).
 - Obesitas komt iets vaker voor bij vrouwen dan bij mannen (16 versus 14%).
 - De prevalentie van overgewicht en obesitas neemt toe met de leeftijd.
 - Er zijn sociaal-economische verschillen: overgewicht en obesitas komen minder vaak voor bij hoogopgeleide mensen, bij mensen met een betaalde baan en bij mensen met een hoger inkomen.
 
Obesitas is een chronische complexe ziekte met verhoogd risico op gewichtsgerelateerde comorbiditeit. Vaak spelen meerdere oorzaken en factoren een rol die de obesitas in stand houden.
- Bijna altijd spelen er meerdere oorzaken en bijdragende factoren tegelijkertijd, die ook weer met elkaar samenhangen. Regelmatig is er sprake van een wisselwerking, bijvoorbeeld bij depressie en obesitas.
 - De volgende oorzaken of bijdragende factoren worden onderscheiden (zie tabel H1, zie ook Check Oorzaken Overgewicht):
- leefstijl
 - sociaal-economisch
 - psychisch
 - medicamenteus
 - hormonaal
 - hypothalaam
 - genetisch
 
 - Vaak hebben ook de ouders obesitas en zijn er gedeelde genetische, leefstijl- en omgevingsfactoren.
 
| 1. Leefstijl | Veelvoorkomend | 
  | 
| 2. Sociaal-economisch | Veelvoorkomend | 
  | 
| 3. Psychisch | Veelvoorkomend | 
  | 
| 4. Medicatie | Veelvoorkomend (bij kinderen minder vaak voorkomend) | 
  | 
| 5. Hormonaal | Veelvoorkomend (bij kinderen minder vaak voorkomend) | 
  | 
Zeldzaam 
  | 
  | |
| 6. Hypothalaam | Zeldzaam | 
  | 
| 7. Genetisch | Veelvoorkomend | 
  | 
| Zeldzaam (vaker voorkomend bij kinderen dan bij volwassenen) | 
  | |
Gebaseerd op tabel 1.2 van MDR Overgewicht en obesitas bij volwassenen en kinderen (2023). De genoemde factoren zijn voorbeelden, het overzicht is niet uitputtend. V = vaak alleen van toepassing op volwassenen; K = alleen van toepassing op kinderen.  | ||
Leefstijlfactoren
- Een veelvoorkomende oorzaak van overgewicht is een ongezonde leefstijl met (een periode van) te weinig bewegen en te veel of te ongezond eten, met name ultrabewerkt voedsel. Er zijn echter ook andere oorzaken.
 - Er zijn vele leefstijlfactoren die het gewicht beïnvloeden: denk aan voeding, beweging (veel zitten, veel schermgebruik), slaap, ontspanning, middelengebruik.
 
Sociaal-economische factoren
- Medebepalend voor het ontstaan van obesitas is de sociaal-economische positie van de patiënt. Deze bestaat uit een sociale component (netwerk, gezondheidsvaardigheden), een economische component (financiële situatie, werk) en een fysieke component (huisvesting).
 
- Zo’n 20-50% van de mensen met overgewicht of obesitas heeft een depressie. Vaak is er een wisselwerking tussen overgewicht/obesitas en depressie.
 - Chronische stress, ADHD, psychotrauma en andere psychische factoren kunnen het risico op obesitas verhogen.
 - De prevalentie van de eetbuistoornis (binge eating disorder) bij patiënten met overgewicht of obesitas is niet duidelijk. De literatuur laat hierover een grote spreiding zien (1-57%).
 - De eetbuistoornis wordt gekenmerkt door terugkerende eetbuien waarbij gevoelens van gebrek aan controle en angst een rol spelen.
 
Er zijn vele geneesmiddelen die mede gewichtstoename kunnen veroorzaken (zie tabel H2). Voorbeelden zijn corticosteroïden, antidepressiva, antipsychotica en bètablokkers. Ook in het verleden gebruikte medicatie kan een rol spelen.
| Categorie | Gewichtstoename > 3 kg | Gewichtstoename ≥ 1 kg | 
|---|---|---|
| Antipsychotica | 
  | 
  | 
| Antidepressiva (SSRI) | 
  | 
  | 
| Antidepressiva (TCA) | 
  | 
  | 
| Antidepressiva (overig) | 
  | 
  | 
| Antidiabetica (sulfonylureumderivaten) | 
  | 
  | 
| Antidiabetica (overig) | 
  | 
  | 
| Corticosteroïden | 
  | |
| Anti-epileptica | 
  | 
  | 
| Antihypertensiva (bètablokkers) | 
  | 
  | 
| Antihypertensiva (RAS-remmers) | 
  | |
| Antihypertensiva (overig) | 
  | |
| Protonpompremmers | 
  | |
| Antihistaminica | 
  | |
| Hormoontherapie | 
  | |
| Gebaseerd op tabel 1.1 van MDR Overgewicht en obesitas bij volwassenen en kinderen (2023). Sommige middelen hebben ook indicaties buiten de categorie waarin ze hier zijn ingedeeld. De tabel is niet volledig, gewichtstoename kan een bijwerking zijn van de genoemde middelen, maar er zijn meer middelen die deze bijwerking kunnen hebben. De frequentie van gewichtstoename als bijwerking varieert, er zijn patiënten bij wie deze bijwerking niet optreedt. | ||
Hormonale factoren
Endocriene aandoeningen die leiden tot gewichtstoename zijn onder andere hypothyreoïdie, syndroom van Cushing, polycysteusovariumsyndroom (PCOS) en mannelijk hypogonadisme. Ook bij gewichtsbehoud post partum spelen hormonale factoren een rol.
Hypothalame factoren
Hypothalame obesitas is zeldzaam. Het kan voorkomen na aandoeningen of behandelingen die leiden tot schade aan de hypothalamusregio, zoals hoofdtrauma of craniale radiotherapie.
Genetische factoren
- De genetica van obesitas is complex. Of iemand obesitas ontwikkelt, is vaak een samenspel van enerzijds genetische aanleg en anderzijds omgevings- en leefstijlfactoren.
 - In meerdere genen zijn variaties gevonden die samenhangen met een verhoogd risico op het ontwikkelen van obesitas (polygenetische factoren).
 - Bij < 5% van de patiënten met obesitas zijn deze het gevolg van een variatie in 1 gen (monogenetische of syndromale obesitas).
 
Zie ook: Detail nr. 2 Medicamenteuze factoren
- Honger en verzadiging worden aangestuurd door een complex regelmechanisme in de hersenen. Dit mechanisme heeft 3 componenten:
- het hedonische systeem zorgt ervoor dat eten een fijn gevoel geeft en dat er dopamine vrijkomt
 - het homeostatische systeem in de hypothalamus reageert op darm- en vethormonen, het reguleert de stofwisseling en het gevoel van honger en verzadiging
 - het cognitieve systeem bepaalt de keuze om al dan niet te eten
 
 - Bij obesitas is de gecontroleerde samenwerking tussen de 3 systemen verstoord. Endocriene disregulatie (van darm- en vethormonen) speelt daarbij een belangrijke rol. Het zorgt bijvoorbeeld voor overeten door een gebrek aan verzadigingsgevoel, of voor een vertraagde stofwisseling na langdurig en veel lijnen.
 - Bij fors gewichtsverlies heeft het lichaam de fysiologische neiging om terug te keren naar het oude gewicht (het oude setpoint). Er is bewijs dat lijnen het gevoel van honger en verzadiging langdurig, en mogelijk permanent, kan ontregelen. Bij mensen die afvallen vertraagt ook hun stofwisseling. Dit effect lijkt bij mensen met obesitas nog sterker te zijn dan bij mensen zonder overgewicht. Mede door deze vertraagde stofwisseling kunnen patiënten met obesitas steeds minder eten als ze het bereikte gewicht willen vasthouden of verder willen afvallen. In de praktijk houden patiënten dit vaak niet vol en komen ze na (streng) lijnen vaak meer aan dan ze oorspronkelijk wogen (‘jojo-effect’). Het kost na gewichtsverlies dus extra veel moeite om op het lagere gewicht te blijven.
 
Zie ook: Detail nr. 3 Pathogenese
- Kinderen met obesitas hebben een verhoogd risico op obesitas op volwassen leeftijd. Dit risico is extra verhoogd bij kinderen met ouders met obesitas.
 - Kinderen met obesitas hebben meer kans op gewichtsgerelateerde comorbiditeit op latere leeftijd, een verminderde kwaliteit van leven en een kortere levensverwachting.
 - Volwassenen met obesitas hebben een verhoogd risico op gewichtsgerelateerde comorbiditeit, verminderde kwaliteit van leven en arbeidsongeschiktheid of werkverzuim. Hun levensverwachting is 6-7 jaar korter dan die van leeftijdgenoten met een gezond gewicht.
 
Zie ook: Detail nr. 4 Prognose bij kinderen en volwassenen
Zie ook: Detail nr. 5 Gewichtsgerelateerde comorbiditeit
Obesitas bij kinderen geeft een verhoogd risico op comorbiditeit. Specifiek voor kinderen met obesitas spelen ook zaken zoals vervroegde puberteit, menstruatiestoornissen en gepest worden een rol. Zie verder hieronder overeenkomstig met volwassenen.
- Metabole aandoeningen zoals diabetes mellitus type 2
 - Cardiovasculaire risicofactoren zoals hypertensie en dyslipidemie, en cardiovasculaire aandoeningen zoals coronaire hartziekten en beroerte
 - Respiratoire aandoeningen zoals astma en obstructief slaapapneu
 - Meerdere vormen van kanker zoals darmkanker en baarmoederhalskanker
 - Artrose van dragende gewrichten
 - Gastro-intestinale ziekten zoals gastro-oesofageale reflux en metabole-disfunctiegeassocieerde steatotische leverziekte (MASLD)
 - Urogenitale of gynaecologische problemen zoals urine-incontinentie, nierstenen, nierfalen, fertiliteitsproblemen, seksuele disfunctie en complicaties tijdens zwangerschap en bevalling
 - Auto-immuunziekten en infectieziekten
 - (Psycho)sociale aandoeningen zoals angst en depressie
 
Signaleer en bespreek overgewicht en obesitas bij kinderen als zij:
- ondersteuning vragen in verband met gewichtsproblemen (zijzelf of ouders/verzorgers)
 - klachten of aandoeningen hebben waarbij een relatief hoog lichaamsgewicht een rol kan spelen
 - de indruk maken een te hoog gewicht te hebben, ongeacht de vraag waarvoor ze op het spreekuur komen
 
Verwijs zo nodig naar passende zorg binnen het sociaal domein (meestal de jgz) of naar de kinderarts. Laat de uitgebreidheid van anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek afhangen van de context. Zie ook Organisatie van zorg.
- Vraag toestemming om het over het gewicht te hebben, of vraag of het goed is om het kind te wegen en te meten.
 - Gewicht is vaak een gevoelig onderwerp. Ouders kunnen er verschillend over denken: sommigen ervaren het gewicht van hun kind niet als een probleem, anderen ervaren juist een gewichtsstigma. Een verkeerde benadering kan negatieve gevolgen hebben voor de arts-patiëntrelatie, maar ook voor de (psychische) gezondheid van het kind. De Praatplaat kan helpen om in het gesprek alle factoren aan bod te laten komen: eten en drinken, bewegen, slapen, (bio)medische, psychische en sociale factoren.
 - Houd rekening met voorkeuren hoe te spreken over het gewicht: vaak is er een voorkeur voor ‘stevig’ of ‘groot’ boven ‘overgewicht’.
 - Overweeg de groeicurve te beoordelen, indien deze beschikbaar is.
 
Zie ook: Detail nr. 6 Bespreken van het gewicht
Maak eventueel gebruik van de Praatplaat of laat indien haalbaar voor ouders en/of kind (vooraf) een vragenlijst invullen op Checkoorzakenovergewicht.nl.
Vraag naar:
- gewichtscontroles (in het verleden) bij de jgz. Is ooit kleine gestalte, afbuigende groeicurve, acuut ontstane obesitas geconstateerd? Overweeg de groeicurve te beoordelen, indien deze beschikbaar is
 - familieanamnese diabetes: diabetes mellitus type 2 bij eerste- of tweedegraads familielid, zwangerschapsdiabetes bij de moeder
 - onderliggende oorzaken en factoren, zoals leefstijl, psychische conditie, of medicatie, zie voorbeelden in tabel H1
 - obesitas ontstaan < 5 jaar, ongeremde eetlust (hyperfagie), afwijkend lichaamsgewicht in vergelijking met de rest van het gezin, ontwikkelingsachterstand (vermoeden genetische oorzaak)
 
- Vraag naar:
- dyspneu
 - pijn in dragende gewrichten
 - symptomen van obstructief slaapapneu (slaperigheid overdag, snurken)
 - psychische klachten
 - overmatig veel drinken, dorst of plassen
 
 - Vraag op indicatie naar andere gewichtsgerelateerde comorbiditeit zoals astma (zie ook Gewichtsgerelateerde comorbiditeit).
 
- Meet de lengte (doe dit ook als het kind of de ouder de lengte al weet: een correcte uitgangswaarde is belangrijk) en het gewicht (eventueel met lichte kleding). Bepaal de BMI, bijvoorbeeld via Voedingscentrum | BMI-meter.
 - Let op aanwijzingen voor onderliggende aandoeningen:
- vetverdeling en lichaamsbouw: buffalo hump, kleine gestalte, vollemaansgezicht, overmatige vetopslag in buikregio (centrale obesitas)
 - huidafwijkingen: hirsutisme, striae, acne, acanthosis nigricans (verdikking en donkere huidverkleuring in oksels, liezen, bilnaad en nek, en rond de navel)
 - (vervroegde) puberteitskenmerken (zie JGZ-richtlijn Seksuele ontwikkeling (2014))
 - dysmorfe kenmerken
 
 
Zie ook: Detail nr. 7 Lichamelijk onderzoek
Bepaal bij kinderen ≥ 5 jaar met obesitas graad 1 (zie tabel H3) de nuchter glucosewaarde (eventueel vingerprik).
Zie ook: Detail nr. 8 Aanvullend onderzoek
- Stel op basis van BMI de diagnose overgewicht, obesitas of ernstige obesitas, afhankelijk van leeftijd en geslacht (zie tabel H3 en Voedingscentrum| BMI jongens en meisjes van Hindostaanse afkomst).
 - Houd rekening met lichaamsbouw, puberteit en vetverdeling.
 
| Jongens | Meisjes | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Leeftijd | Overgewicht | Obesitas (graad 1) | Ernstige obesitas (graad 2) | Leeftijd | Overgewicht | Obesitas (graad 1) | Ernstige obesitas (graad 2) | 
| 2 | 18,4 | 20,0 | 21,2 | 2 | 18,1 | 19,8 | 21,1 | 
| 3 | 17,9 | 19,5 | 20,8 | 3 | 17,6 | 19,4 | 20,7 | 
| 4 | 17,5 | 19,2 | 20,6 | 4 | 17,4 | 19,2 | 20,6 | 
| 5 | 17,4 | 19,3 | 20,8 | 5 | 17,2 | 19,2 | 20,8 | 
| 6 | 17,5 | 19,8 | 21,7 | 6 | 17,3 | 19,6 | 21,6 | 
| 7 | 17,9 | 20,6 | 23,1 | 7 | 17,7 | 20,4 | 22,9 | 
| 8 | 18,4 | 21,6 | 24,6 | 8 | 18,3 | 21,4 | 24,5 | 
| 9 | 19,1 | 22,7 | 26,4 | 9 | 19,0 | 22,7 | 26,4 | 
| 10 | 19,8 | 24,0 | 28,4 | 10 | 19,8 | 24,0 | 28,4 | 
| 11 | 20,5 | 25,1 | 30,0 | 11 | 20,7 | 25,3 | 30,1 | 
| 12 | 21,2 | 26,0 | 31,2 | 12 | 21,6 | 26,5 | 31,7 | 
| 13 | 21,9 | 26,9 | 32,2 | 13 | 22,5 | 27,6 | 32,9 | 
| 14 | 22,6 | 27,6 | 33,0 | 14 | 23,3 | 28,4 | 33,8 | 
| 15 | 23,3 | 28,3 | 33,6 | 15 | 23,9 | 29,0 | 34,3 | 
| 16 | 23,9 | 28,9 | 34,0 | 16 | 24,3 | 29,4 | 34,5 | 
| 17 | 24,5 | 29,4 | 34,4 | 17 | 24,7 | 29,7 | 34,8 | 
| 18 | 25,0 | 30,0 | 35,0 | 18 | 25,0 | 30,0 | 35,0 | 
Gebaseerd op tabel 1 van MDR Overgewicht en obesitas bij volwassenen en kinderen (2023), naar Cole 2012 *De referentiewaarden komen overeen met een BMI van respectievelijk 25, 30 en 35 op volwassen leeftijd.  | |||||||
Beoordeel of er sprake is van:
- risicofactoren:
- positieve familieanamnese voor diabetes (zie Onderliggende oorzaken)
 - acanthosis nigricans
 - nuchter glucose ≥ 5,6 mmol/l bij kinderen ≥ 5 jaar met obesitas graad 1
 
 - comorbiditeit: obstructief slaapapneu
 
Bepaal het gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico (GGR) aan de hand van tabel H4.
Schat in of er aanwijzingen zijn voor zeldzamere onderliggende oorzaken en factoren:
- gebruik van gewichtsverhogende medicatie (zie Medicamenteuze factoren)
 - hormonale, hypothalame of genetische oorzaak:
- abnormale vetverdeling (buffalo hump, vollemaansgezicht)
 - hirsutisme, irregulaire menstruatie, acne (PCOS)
 - vervroegde puberteitskenmerken
 - kleine gestalte, afbuigende groeicurve, acuut ontstane obesitas, ontwikkelingsachterstand
 - dysmorfe kenmerken
 - obesitas ontstaan < 5 jaar in combinatie met ongeremde eetlust (hyperfagie) en/of afwijkend lichaamsgewicht in vergelijking met de rest van het gezin
 
 
- Verwijs, na signalering en eventuele diagnostiek, kind en ouders naar het sociaal domein (meestal de jgz) of naar de kinderarts. Voor de regionale organisatie van de zorg voor kinderen met obesitas, zie Organisatie van zorg voor kinderen.
 - Prioriteer het beleid op basis van de onderliggende oorzaken (besteed bijvoorbeeld eerst aandacht aan psychische oorzaken alvorens te starten met leefstijladvies).
 - Doel van de behandeling is fysieke en mentale gezondheidswinst. Bij toenemende lengte kan gewichtsbehoud vaak al voldoende zijn omdat de BMI afneemt.
 
Geef voorlichting over onderliggende oorzaken van overgewicht en obesitas, de gezondheidsrisico’s en de behandelmogelijkheden. Voor het effect van gewichtsverlies op comorbiditeit en kwaliteit van leven, zie Voorlichting bij volwassenen.
Bespreek:
- dat een gezonde leefstijl met name gezondheidswinst geeft op kwaliteit van leven en fitheid
 - dat gewichtsverlies vaak geen doel op zich is, en dat gewichtsbehoud bij toenemende lengte vaak voldoende is doordat de BMI dan afneemt
 - dat het kind ondersteuning nodig heeft van het (opvoed)systeem: ouders, gezin, familie, school
 - dat gedragsverandering om een gezonde leefstijl te bereiken en te behouden gericht moet zijn op de lange termijn en niet op korte snelle successen, zodat een jojo-effect voorkomen wordt
 
Zie ook: Detail nr. 9 Effect van behandeling bij kinderen
Leg uit dat de behandeling zal plaatsvinden in het sociaal domein (meestal de jgz) of door de kinderarts, die zal kijken welke behandeling passend en beschikbaar is:
- leefstijladviezen
 - begeleiding door een (kinder)fysio- of oefentherapeut
 - begeleiding door en (kinder)diëtist
 - kinder-GLI (zie Gecombineerde leefstijlinterventie (GLI), zie ook Organisatie van zorg)
 - psychologische of pedagogische ondersteuning
 - tweedelijns behandeling van eventuele onderliggende oorzaken
 
Bied voorlichtingsmateriaal aan en verwijs naar de informatie op thuisarts.nl. Hier zijn veel verwijzingen naar handige websites en tools voor kind en ouders te vinden.
- Geef een voedingsadvies op basis van de Schijf van Vijf (zie Voedingscentrum | Schijf van Vijf) en stimuleer variatie (zie Voedingscentrum | Slim koken).
 - Beperk het eten van ultrabewerkt voedsel (zoals snacks, frisdranken en kant-en-klaarmaaltijden).
 - Adviseer eventueel een app die inzicht geeft in het eetpatroon (zie Voedingscentrum | Eetmeter, met onder andere Mijn nieuwe balans of De eetwissel).
 - Ontmoedig streng (en herhaald) lijnen. Dit is niet vol te houden en werkt het jojo-effect in de hand.
 
Adviezen uit de Beweegrichtlijn voor kinderen:
- bewegen is goed, meer bewegen is beter
 - doe ≥ 1 uur per dag aan matig intensieve inspanning, zoals fietsen, wandelen, zwemmen of buiten spelen (langer, vaker en intensiever is nog gezonder)
 - doe ≥ 3 × per week aan spier- en botversterkende activiteiten, zoals springen, dansen of krachtoefeningen
 - voorkom veel stilzitten
 
Zie ook: Detail nr. 10 Lichaamsbeweging
- Benoem het belang van voldoende en gezonde slaap (zie NHG-Standaard Slaapproblemen).
 - Bespreek vermindering van eventuele chronische stress (zie Psychische factoren, zie ook NHG-Praktijkhandleiding Leefstijl).
 - Verwijs bij sociale of financiële hulpvragen (van ouders), en voor informatie over ontspanning, sport of zingeving naar het sociaal domein (zie bijvoorbeeld Landelijk kennisnetwerk Welzijn op Recept).
 - Adviseer het gebruik van sociale media, mobiele telefoon en gamen te beperken.
 
In sommige regio’s is een kinder-GLI beschikbaar (zie Organisatie van zorg voor kinderen).
Er is in de eerste lijn geen plaats voor gewichtsreducerende medicatie bij kinderen.
Controles worden gedaan door het sociaal domein (meestal de jgz), paramedici of kinderartsen.
Verwijs in principe alle kinderen met een hulpvraag omtrent overgewicht of obesitas naar het sociaal domein (meestal de jgz) of naar een kinderarts, tenzij kind en/of ouders hier niet voor openstaan. Overweeg verwijzing naar een (kinder)diëtist of (kinder)fysio- of oefentherapeut bij een specifieke hulpvraag omtrent voeding, beweging en/of bijvoorbeeld bewegingsbeperking, of als de ouders hier niet voor openstaan, naar het sociaal domein of naar een kinderarts.
- Verwijs bij een sociale of financiële hulpvraag (van ouders), en voor mogelijkheden tot ontspanning, sport of zingeving, laagdrempelig naar het sociaal domein (zie Landelijk kennisnetwerk Welzijn op Recept).
 - Verwijs naar de jgz bij:
- overgewicht zonder risicofactoren of comorbiditeit (licht verhoogd GGR)
 - obesitas graad 1 zonder risicofactoren of comorbiditeit (matig verhoogd GGR)
 
 - Verwijs naar een kinderarts bij:
- obesitas op leeftijd < 5 jaar (vermoeden genetische oorzaak)
 - overgewicht of obesitas (graad 1) en vermoeden van een onderliggende aandoening op grond van anamnese en/of lichamelijk onderzoek (zie Onderliggende aandoeningen)
 - overgewicht of obesitas (graad 1) en risicofactoren of comorbiditeit die diagnose en behandeling in de tweede lijn vereisen (obstructief slaapapneu, acanthosis nigricans, nuchter glucose ≥ 5,6 mmol/l)
 - ernstige obesitas (≥ graad 2)
 
 
- Vraag toestemming om het over het gewicht te hebben, of vraag of het goed is om de patiënt te wegen en te meten. Geeft de patiënt geen toestemming, benoem dan dat de patiënt hier later op terug mag komen.
 - Wees bewust dat patiënten vaak een gewichtsstigma ervaren vanuit zorgverleners en dat dit negatieve gevolgen kan hebben voor de arts-patiëntrelatie, maar ook voor de (psychologische) gezondheid van de patiënt zelf. Vermijd uitspraken als ‘minder eten, meer bewegen’.
 - Reserveer voldoende tijd voor de diagnostiek bij obesitas. Vaak spelen er meerdere problemen een rol en soms zijn meerdere consulten nodig.
 
Zie ook: Detail nr. 11 Bespreken van het gewicht
De uitgebreidheid van de anamnese is afhankelijk van de context. Vraag naar onderliggende oorzaken (zie tabel H1 of haal de antwoorden uit de (eventueel vooraf) ingevulde vragenlijst op Check Oorzaken Overgewicht):
- leefstijlfactoren: voeding, beweging, slaap, ontspanning, middelengebruik
 - sociaal-economische factoren: gezondheidsvaardigheden, financiële zorgen, werk, huisvesting
 - psychische factoren: depressie, psychotrauma, eetbuistoornis, (chronische) stress
 - medicamenteuze factoren: medicatiegebruik nu en in het verleden zoals prednison, anti-epileptica, antipsychotica, antidepressiva (zie tabel H2)
 - hormonale factoren: klachten passend bij hypothyreoïdie (zie NHG-Standaard schildklieraandoeningen), PCOS (overbeharing, onregelmatige menstruatie) of mannelijk hypogonadisme (verminderd libido, verminderde spiermassa, erectiestoornis)
 - hypothalame factoren: neurologische klachten, visus, tumor of behandeling/trauma in het gebied van de hypothalamus
 - genetische factoren: obesitas ontstaan < 5 jaar, ongeremde eetlust (hyperfagie) en/of afwijkend lichaamsgewicht in vergelijking met de rest van het gezin
 
Ga na of er sprake is van:
- cardiovasculaire aandoeningen (coronaire hartziekten, beroerte, perifeer arterieel vaatlijden)
 - diabetes mellitus type 2
 - artrose van dragende gewrichten
 - (symptomen van) obstructief slaapapneu, zoals slaperigheid overdag of snurken (zie NHG-Standaard Slaapproblemen)
 - Inventariseer op indicatie andere gewichtsgerelateerde comorbiditeit zoals astma, zie ook Gewichtsgerelateerde comorbiditeit.
 
Zie ook: Detail nr. 12 Lichamelijk onderzoek
Meet de lengte (doe dit ook als de patiënt de eigen lengte weet, een correcte uitgangswaarde is belangrijk) en het gewicht (eventueel met lichte kleding). Bepaal de BMI, bijvoorbeeld via Voedingscentrum | BMI-meter.
Meet bij patiënten met BMI ≤ 35 de buikomvang (zie figuur H1).
- Bepaal het nuchter glucose bij patiënten > 45 jaar én BMI ≥ 27 (zie NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2).
 - Stel een cardiovasculair risicoprofiel op bij patiënten met BMI ≥ 30 (zie NHG-Standaard Cardiovasculair risicomanagement).
 - Overweeg TSH te bepalen, tenzij < 6 maanden geleden bepaald, alleen bij klachten passend bij een hypothyreoïdie.
 - Overweeg ALAT te bepalen, tenzij < 6 maanden geleden bepaald (screening op MASLD).
 
Zie ook: Detail nr. 13 Aanvullend onderzoek
Stel de diagnose overgewicht of obesitas op basis van de BMI.
- Referentiewaarden voor overgewicht en (ernstige) obesitas:
- overgewicht: BMI 25-29,9
 - obesitas: BMI 30-34,9
 - ernstige obesitas: BMI 35-39,9
 - zeer ernstige obesitas: BMI ≥ 40
 
 - Afwijkende referentiewaarden voor patiënten ≥ 70 jaar
- overgewicht: BMI 28-29,9
 
 - Afwijkende referentiewaarden voor patiënten met een Aziatische (inclusief Hindostaanse), Midden-Oosterse, Afrikaanse of Afrikaans-Caribische migratieachtergrond:
- overgewicht: BMI 23-27,4
 - obesitas: BMI 27,5-32,4
 - ernstige obesitas: BMI 32,5-37,4
 - zeer ernstige obesitas: BMI ≥ 37,5
 
 
Ga vervolgens na of er sprake is van comorbiditeit:
- cardiovasculaire aandoeningen (coronaire hartziekten, beroerte en perifeer arterieel vaatlijden)
 - diabetes mellitus type 2
 - obstructief slaapapneu
 - artrose van dragende gewrichten
 
- Een ernstig vergrote buikomvang (≥ 88 cm bij vrouwen, ≥ 102 cm bij mannen) is een aanwijzing voor ernstig verhoogd cardiovasculair risico.
 - Voor patiënten met een migratieachtergrond gelden afwijkende referentiewaarden (zie tabel 12.2 in MDR Overgewicht en obesitas bij volwassenen en kinderen (2023)).
 
Bepaal het gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico (GGR), zie tabel H5.
Zie ook: Detail nr. 14 Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico
Registreer bij patiënten met BMI ≥ 40 de contra-indicatie ‘Obesitas met BMI ≥ 40’ in het HIS, zodat medicatieadviezen getoond kunnen worden (zie ook Registratieadvies bij de NHG-Standaard Obesitas). Een BMI ≥ 40 kan invloed hebben op de werking van geneesmiddelen.
- Vermoeden van een schildklieraandoening: zie NHG-Standaard Schildklieraandoeningen.
 - Aanwijzingen voor een hormonale, hypothalame of genetische oorzaak (zie ook Oorzaken en Consultatie en verwijzing).
 
- Formuleer samen met de patiënt het persoonlijke doel van de behandeling, inclusief kortetermijndoelen: welke verandering heeft de patiënt voor ogen? Zie ook NHG-Praktijkhandleiding Leefstijl.
 - Bepaal samen met de patiënt welke behandeling passend is. Sommige patiënten geven misschien de voorkeur aan een wandelgroep of diëtist boven een GLI.
 - Inventariseer de motivatie (voor motiverende gespreksvoering, zie NHG-Praktijkhandleiding Leefstijl).
 
- Vaak spelen naast leefstijlfactoren ook psychische en sociaal-economische factoren een rol (zie tabel H1). Meestal moeten deze factoren eerst behandeld worden voordat er aandacht kan zijn voor leefstijl. Dit vereist maatwerk (zie ook Consultatie en verwijzing).
 - Bepaal samen met de patiënt welke oorzaken er spelen:
- leefstijlfactoren: zie tabel H5 voor behandelmogelijkheden op basis van het GGR als leefstijl de voornaamste oorzaak is
 - sociaal-economische factoren: verwijs naar het sociaal domein (maatschappelijk werk, buurt- of wijkteam, Welzijn op Recept)
 - psychische factoren: behandel deze of verwijs voor behandeling (zie Consultatie en verwijzing)
 - medicamenteuze factoren: vervang medicatie die gewichtstoename als bijwerking heeft (zie tabel H2) indien mogelijk door een alternatief zonder gewichtsverhogende bijwerking. Overleg zo nodig met de tweede lijn of een apotheker
 - hormonale factoren (buiten schildklieraandoening), hypothalame of genetische factoren: verwijs naar de tweede lijn, zie Consultatie en verwijzing
 
 
Behandel eventuele comorbiditeit volgens de betreffende NHG-Standaarden.
Geef voorlichting over onderliggende oorzaken en gezondheidsrisico’s, en over de behandelmogelijkheden.
Zie ook: Detail nr. 15 Voorlichting
Leg het volgende uit.
- Te veel of ongezond eten en te weinig beweging zijn een veelvoorkomende oorzaak, maar vaak niet de enige. Stress, slaapproblemen en psychische klachten (bijvoorbeeld trauma, schulden, scheiding) kunnen het moeilijker maken om een gezonde leefstijl te behouden.
 - Bepaalde geneesmiddelen kunnen gewichtstoename veroorzaken. Ook hormonale of genetische factoren kunnen een rol spelen.
 - Obesitas verhoogt het risico op allerlei aandoeningen zoals diabetes mellitus type 2, hypertensie, cardiovasculaire aandoeningen, gewrichtsklachten, bepaalde vormen van kanker, angst en depressie.
 
Leg het volgende uit.
- Het doel van de behandeling is gezondheidswinst. Ook zonder gewichtsverlies is een behandeling geslaagd als de comorbiditeit, fitheid en kwaliteit van leven verbeteren.
 - Een gewichtsverlies van 5-10% geeft al aanzienlijke gezondheidswinst en verkleint de kans op cardiovasculaire ziekten, diabetes mellitus type 2 en hypertensie. Reeds aanwezige comorbiditeit (hypertensie, diabetes mellitus type 2, obstructief slaapapneu) kan door gewichtsverlies verminderen of in remissie komen, waardoor minder of geen medicatie nodig is.
 - Het is belangrijk om de partner en het gezin te betrekken bij de behandeling. Vaak hebben zij dezelfde eet- en leefgewoonten.
 - Om een gezonde leefstijl te bereiken en duurzaam te behouden moet gedragsverandering gericht zijn op de lange termijn en niet op korte snelle successen. Het is belangrijk een jojo-effect te voorkomen.
 - Een combinatie van voldoende bewegen en spierversterkende oefeningen (krachttraining in de brede zin van het woord) voorkomt dat men bij het afvallen alleen vetvrije massa en spieren verliest.
 - Om na het afvallen het gewichtsverlies te behouden is het belangrijk te blijven bewegen boven de norm (zie Lichaamsbeweging).
 
Zie ook Behandeling van de oorzaken.
Leg het volgende uit.
- Een gecombineerde leefstijlinterventie (GLI) is gericht op gedragsverandering om een gezonde leefstijl te bereiken en te behouden door middel van advies en begeleiding over gezonde voeding, beweging, ontspanning en goede slaap.
 - Een GLI bestaat uit groepsbijeenkomsten en individuele begeleiding. De vorm verschilt per programma. Er zijn ook onlineprogramma’s beschikbaar.
 - Een GLI zorgt voor een gemiddelde afname van 5% in gewicht en buikomvang na 2 jaar, en voor toename van de kwaliteit van leven met 7,5-11,3 punten op een schaal van 0-100. Van de deelnemers bereikt 80% gewichtsverlies of stabilisatie van het gewicht.
 
Leg het volgende uit.
- Gewichtsreducerende medicatie kan bij patiënten met een extreem verhoogde GGR worden ingezet als aanvulling op een GLI bij voldoende inzet maar met onvoldoende resultaat. Doel van de medicatie is ondersteuning van blijvende gedragsverandering.
 - Over de langetermijneffecten van gewichtsreducerende medicatie na 2 jaar is weinig bekend (effectiviteit, nadelige effecten, hoe af te bouwen).
 - De voorwaarden waaronder gewichtsreducerende medicatie vergoed wordt, verschillen per middel.
 - GLP1-agonisten vertragen de maaglediging en vergroten daardoor het verzadigingsgevoel. Van naltrexon/bupropion is het werkingsmechanisme nog niet geheel duidelijk.
 - Zonder een gezonde leefstijl zal gewichtsreducerende medicatie minder of niet effectief zijn. Bewegen volgens de beweegnorm, met name krachttraining, is essentieel voor het behoud van spiermassa. Dit geldt in het bijzonder voor patiënten die weinig bewegen of immobiel zijn. Weinig beweging en immobiliteit leiden tot afname van de spiermassa en tot een verhoogd risico op sarcopenie.
 - De effectiviteit van gewichtsreducerende medicatie varieert tussen 5-15% gewichtsverlies. Het is niet te voorspellen welk middel bij welke patiënten goed zal aanslaan. Na een aantal maanden wordt een plateau bereikt.
 - Abrupt stoppen met gewichtsreducerende medicatie leidt vaak tot opnieuw gewichtstoename.
 - Bijwerkingen zoals misselijkheid komen vaak voor.
 
Leg het volgende uit.
- Bariatrische chirurgie is een optie bij patiënten met een extreem verhoogde GGR.
 - De patiënt zal na de operatie levenslang de leefstijl en de gedragsregels rondom eten en drinken moeten aanpassen (bijvoorbeeld kleinere porties).
 - De patiënt wordt jaarlijks gecontroleerd en zal levenslang multivitaminen moeten nemen.
 - Patiënten hebben na 10 jaar gemiddeld ongeveer 25% gewicht verloren.
 - Er kunnen korte- en langetermijncomplicaties optreden zoals galsteenlijden, reflux en dumping.
 
Bied voorlichtingsmateriaal aan en verwijs naar de informatie op thuisarts.nl.
- Geef een voedingsadvies op basis van de Schijf van Vijf (zie Voedingscentrum | Schijf van Vijf) en stimuleer variatie (zie Voedingscentrum | Slim koken).
 - Beperk het eten van ultrabewerkt voedsel (zoals snacks, frisdranken en kant-en-klaarmaaltijden).
 - Adviseer eventueel een app die inzicht geeft in het eetpatroon (zie Voedingscentrum | Eetmeter, met onder andere Mijn nieuwe balans of De eetwissel).
 - Ontmoedig streng (en herhaald) lijnen. Dit is niet vol te houden en werkt het jojo-effect in de hand.
 - Overweeg verwijzing naar een diëtist bij wens van patiënt voor begeleiden naar een gezond en volwaardig eetpatroon (zie Consultatie en verwijzing).
 
Zie ook: Detail nr. 16 Voeding
- Adviseer de patiënt te bewegen en te trainen passend bij diens wensen en mogelijkheden. Streef naar een verdeling over de week met minimaal 30-60 minuten per keer, en een geleidelijke opbouw (om blessures te voorkomen):
- per week ≥ 150-200 minuten matig tot zwaar intensieve aerobe lichaamsbeweging (ademhaling is versneld, praten is nog mogelijk), bijvoorbeeld stevig doorwandelen, doorfietsen, tennissen, traplopen of cardiofitness
 - 2 × per week krachttraining, bijvoorbeeld fitness gericht op kracht, klussen, zware boodschappen tillen
 - voorkom veel stilzitten
 
 - Adviseer bij chronische gewrichtsklachten of aandoeningen met inspanningsbeperking bewegen onder begeleiding van een fysio- of oefentherapeut, of groepsgewijs sporten. Vanuit het sociaal domein kan vaak een buurtsportcoach ingeschakeld worden (bijvoorbeeld bij gebrek aan financiële middelen).
 - Bespreek eventuele weerstanden tegen bewegen. Leg uit dat verschijnselen als een snelle hartslag en transpiratie normaal zijn bij sporten.
 - Sommige patiënten zullen het fijn vinden om met een smartwatch of stappenteller op de mobiele telefoon inzicht te krijgen in de dagelijkse beweging.
 
Zie ook: Detail nr. 17 Lichaamsbeweging
Adviseer per week 200-300 minuten matige intensieve lichaamsbeweging plus 2 × per week krachttraining om het gewichtsverlies te behouden.
Alcohol
- Adviseer geen alcohol te drinken (of in ieder geval niet > 1 glas per dag). Naast andere negatieve gezondheidseffecten bevat alcohol veel calorieën.
 - Voor zelfhulp bij stoppen met alcohol, zie Alles over drinken.
 - Voor verwijscriteria, zie NHG-Standaard Problematisch alcoholgebruik.
 
Slaap, stress en ontspanning
- Benoem het belang van voldoende en gezonde slaap (zie NHG-Standaard Slaapproblemen).
 - Geef uitleg over vermindering van eventuele chronische stress (zie Psychische factoren, zie ook NHG-Praktijkhandleiding Leefstijl en Praatplaat Begrijp je stress (Pharos 2024)).
 - Verwijs bij sociale of financiële hulpvragen en voor informatie over ontspanning, sport of zingeving naar het sociaal domein (zie bijvoorbeeld Welzijn op Recept).
 
GLI
Overweeg, indien gedragsinterventie naar een gezondere leefstijl geïndiceerd is én patiënt gemotiveerd is, een GLI (zie Voorlichting) bij:
- BMI ≥ 25 in combinatie met:
- ernstig vergrote buikomvang (≥ 88 cm voor vrouwen en ≥ 102 voor mannen) of
 - gewichtsgerelateerde comorbiditeit
 
 - BMI ≥ 35
 - Voor patiënten met een migratieachtergrond gelden soms andere referentiewaarden voor BMI en buikomvang (zie Evaluatie).
 
Praktische informatie
- Voor de verschillende GLI-programma’s, zie Loket Gezond Leven, inclusief kaart met erkende (online) GLI-programma’s per gemeente.
 - Overweeg als aanvulling op de GLI bij bijvoorbeeld diabetes mellitus type 2 of depressie paramedische zorg door een diëtist, fysio- of oefentherapeut, of psychische begeleiding.
 
Zie ook: Detail nr. 18 Gecombineerde leefstijlinterventie
- Het voorschrijven van gewichtsreducerende medicatie is extra aanbod en daarom facultatief.
 - Een gezonde leefstijl is de basis van de behandeling, ook tijdens het gebruik van gewichtsreducerende medicatie.
 
- Overweeg medicatie bij:
- patiënten met BMI 35-39,9 en gewichtsgerelateerde comorbiditeit (coronaire hartziekten, beroerte, perifeer arterieel vaatlijden, diabetes mellitus type 2, obstructief slaapapneu of artrose van een dragend gewricht)
 - patiënten met BMI ≥ 40
 - patiënten met een Aziatische (inclusief Hindostaanse), Midden-Oosterse, Afrikaanse of Afrikaans-Caribische achtergrond met BMI 32,5-37,4 en bovengenoemde gewichtsgerelateerde comorbiditeit, of een BMI ≥ 37,5
 
 - Schrijf alleen medicatie voor bij patiënten die:
- ≥ 1 jaar gemotiveerd hebben deelgenomen aan een (gecombineerde) leefstijlinterventie met onvoldoende gewichtsreductie (< 10% gewichtsverlies vanaf extreem verhoogde GGR, zie tabel H5) én
 - blijven deelnemen aan deze leefstijlinterventie, of na afronding van het 2-jarige GLI-programma gemotiveerd zijn voor continuering van de gezonde leefstijl
 
 - Stop met medicatie bij een gewichtsverlies < 5% na 12 weken gebruik van de maximaal verdraagbare dosis.
 - Bespreek de voor- en nadelen (zie Voorlichting).
 - Schrijf medicatie niet voor bij patiënten > 75 jaar en tijdens zwangerschap of lactatie.
 
Toelichting
- Het voorschrijven van gewichtsreducerende medicatie is extra aanbod en daarom facultatief.
 - Verwijs naar de tweede lijn (bij voorkeur naar een obesitascentrum in een ziekenhuis of een internist gespecialiseerd in obesitas) wanneer medicatie niet door huisarts zelf wordt voorgeschreven.
 - Voor vergoeding en voorwaarden per middel, zie ZN | Machtigingsformulieren.
 
Keuze van het middel
- In deze standaard worden de volgende gewichtsreducerende middelen aanbevolen:
- GLP1-agonist (liraglutide subcutaan 3 mg of semaglutide subcutaan 2,4 mg)
 - naltrexon/bupropion
 
 - Het gewichtsreducerende effect is bij individuele patiënten niet op voorhand vast te stellen. Semaglutide 2,4 mg lijkt effectiever dan liraglutide 3 mg of naltrexon/bupropion. Liraglutide en naltrexon/bupropion lijken even effectief. Naltrexon/bupropion heeft relatief meer contra-indicaties en interacties, en is daardoor minder breed toepasbaar.
 - Maak samen met de patiënt de keuze voor een middel op basis van effectiviteit, comorbiditeit en contra-indicaties (zie tabel H6).
 - De geregistreerde dosering van GLP1-agonisten is lager voor patiënten met obesitas en diabetes mellitus type 2 dan voor patiënten met obesitas zonder diabetes mellitus type 2. Zie daarom voor de doseringen van GLP1-agonisten bij patiënten met diabetes mellitus type 2 en obesitas de NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2. De dosering naltrexon/bupropion is onafhankelijk van het al dan niet aanwezig zijn van diabetes mellitus type 2.
 
Niet aanbevolen middelen
Schrijf de volgende middelen niet voor.
- Metformine wordt niet aanbevolen omdat het gewichtsreducerende effect beperkt is en omdat het niet geregistreerd is voor deze indicatie.
 - Semaglutide oraal wordt niet aanbevolen vanwege beperkt bewijs.
 - Tirzepatide (GIP/GLP1-agonist) wordt afgeraden omdat hier nog nauwelijks ervaring mee opgedaan is, er nog te veel onzekerheid is over de veiligheid en de kosten zeer hoog zijn.
 
| Middel (stofnaam), toedieningsvorm | Start- en opbouwdosering | Gewichtsverlies* | Bijwerkingen | Belangrijkste contra-indicaties/interacties | 
|---|---|---|---|---|
| Liraglutide 3 mg (pen met 18 mg liraglutide levert doses van 0,6 mg, 1,2 mg, 1,8 mg, 2,4 mg en 3,0 mg) | Week 1: 0,6 mg s.c. 1 dd  | 4,3% | 
  | 
  | 
| Week 2: 1,2 mg s.c. 1 dd  | ||||
| Week 3: 1,8 mg s.c. 1 dd  | ||||
| Week 4: 2,4 mg s.c. 1 dd  | ||||
| Week 5 (onderhoud): max. 3 mg s.c. 1 dd  | ||||
| Semaglutide 2,4 mg (pen met 4 doses van 0,25 mg, 0,5 mg, 1,0 mg, 1,7 mg of 2,4 mg) | Week 1: 0,25 mg s.c. 1 × per week  | 11,8% | 
  | 
  | 
| Week 5: 0,5 mg s.c. 1 × per week s.c.  | ||||
| Week 9: 1 mg s.c. 1 × per week  | ||||
| Week 13: 1,7 mg s.c. 1 × per week  | ||||
| Week 17 (onderhoud): 2,4 mg s.c. 1 × per week  | ||||
| Naltrexon/bupropion (8/90 mg tablet mga) | Week 1: 1 tablet ‘s ochtends  | 4,5% | 
  | 
  | 
| Week 2: 2 dd 1 tablet (max. 2 tabletten per dag bij matige of ernstige nierfunctiestoornis)  | ||||
| Week 3: 2 tabletten ’s ochtends, 1 tablet ’s avonds  | ||||
| Vanaf week 4: 2 dd 2 tabletten  | ||||
ITP = idiopathische trombocytopenische purpura; CZS = centraal zenuwstelsel. Schrijf geen gewichtsreducerende middelen voor bij leeftijd > 75 jaar en bij zwangerschap/lactatie. * Gemiddeld gewichtsverlies bij gebruik als aanvulling op een (gecombineerde) leefstijlinterventie.  | ||||
Zie ook: Detail nr. 19 Gewichtsreducerende medicatie
Tijdens het gebruik
Adviseer ook na de start van medicatie een gezonde leefstijl te behouden met bewegen boven de norm in combinatie met spierversterkende oefeningen (zie Behoud van gewichtsverlies). Zonder een gezonde leefstijl zal gewichtsreducerende medicatie minder of niet effectief zijn.
Voor de start van medicatie
- Meet lengte, gewicht en buikomvang en bepaal BMI. Hanteer een vaste manier van meten (met/zonder kleding, zonder schoenen).
 - Geef uitleg over gebruik, bijwerkingen en opbouwschema (zie tabel H6).
 
Opbouw en dosering
- Instrueer de patiënt om bij bijwerkingen of bij direct groot gewichtsverlies een langzamer opbouwschema aan te houden.
 - Verhoog de dosering geleidelijk, afhankelijk van effectiviteit en bijwerkingen, tot de maximaal verdraagbare dosering. De patiënt kan dit vaak zelf inschatten, tot aan het eerste controlemoment op 5 weken. Het is belangrijk dat de patiënt noteert op welke dag(en) de dosis is opgehoogd.
 - Naltrexon/bupropion heeft invloed op de rijvaardigheid. Adviseer de patiënt om bij de start van het middel en na elke dosisverhoging 1 week niet te rijden.
 
- Overweeg verwijzing naar een bariatrisch centrum bij patiënten met:
- BMI ≥ 30 en slecht gereguleerde diabetes mellitus type 2 (via internist)
 - BMI 35-39,9 en gewichtsgerelateerde comorbiditeit
 - BMI 35-39,9 en onvoldoende controleerbare astma ondanks optimale leefstijl en behandeling
 - BMI ≥ 40
 
 - Er is geen leeftijdsgrens, deze wordt individueel bepaald.
 - Het multidisciplinaire team in het bariatrisch centrum stelt de definitieve indicatie voor bariatrische chirurgie.
 - De meest gebruikte operaties zijn de gastric bypass en de gastric sleeve. Maagbanden worden niet meer geplaatst.
 - Het totale gewichtsverlies is 2 jaar na bariatrische chirurgie circa 32% en na 10 jaar gemiddeld 25%.
 - Gewichtsgerelateerde comorbiditeit (zoals diabetes mellitus type 2) neemt na de operatie vaak sterk af of gaat in remissie. De 10-jaarsmortaliteit daalt met de helft en de kwaliteit van leven neemt toe, ook op langere termijn.
 
Zie ook: Detail nr. 20 Bariatrische chirurgie
- Een aanzienlijk deel van de patiënten zal na verwijzing onder controle zijn bij een diëtist, fysiotherapeut of oefentherapeut, een GLI of specialist. Bij voorkeur wordt vanuit deze interventies teruggerapporteerd over het beloop.
 - Overweeg indien een patiënt niet verwezen wordt in overleg een controleafspraak om te evalueren.
 
5 weken na start gewichtsreducerende medicatie
- Bij liraglutide 3 mg en naltrexon/bupropion is na 5 weken vaak de maximaal verdraagbare dosis bereikt. Eventuele bijwerkingen zijn vaak weer verdwenen. Semaglutide 2,4 mg is nog in de opbouwfase.
 - Bespreek leefstijl, therapietrouw, effectiviteit en bijwerkingen.
 - Indien bij liraglutide 3 mg en naltrexon/bupropion de maximale dosis nog niet bereikt is, overleg dan of de opbouwfase verlengd wordt of dat de actuele dosis als maximaal verdraagbare dosis moet worden beschouwd.
 
Na 12 weken maximaal verdraagbare dosis
- Bespreek leefstijl, therapietrouw, effectiviteit en bijwerkingen.
 - Meet gewicht en buikomvang, bepaal BMI.
 - Stop met gewichtsreducerende medicatie bij gewichtsverlies < 5% na 12 weken maximaal verdraagbare dosis.
 
Jaarlijkse controle (vaker op indicatie)
- Bespreek leefstijl, effectiviteit en bijwerkingen en eventuele nieuwe contra-indicaties.
 - Meet gewicht en buikomvang, bepaal BMI.
 - Bepaal bij patiënten met obesitas elke 3 jaar het nuchter glucose en bepaal elke 5 jaar het cardiovasculaire risicoprofiel (zie NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2 en NHG-Standaard Cardiovasculair risicomanagement).
 - Indien het gewicht toeneemt bij (langdurig) gebruik van gewichtsreducerende medicatie, probeer de oorzaak te achterhalen en/of consulteer of verwijs naar een internist gespecialiseerd in obesitas.
 
- Het is onbekend of het nodig is om gewichtsreducerende medicatie langdurig (bijvoorbeeld > 2 jaar) te gebruiken.
 - Overweeg daarom in overleg met de patiënt gewichtsreducerende medicatie na 2 jaar geleidelijk af te bouwen tot proefstop indien een langdurig stabiele situatie optreedt (plateaufase) of het behandeldoel behaald is.
 - Het is onbekend wat de beste manier van afbouwen is. Abrupt stoppen lijkt te leiden tot gewichtstoename. Pragmatisch kan hetzelfde schema worden aangehouden als bij het opbouwen. Als een patiënt weer aankomt bij een lagere dosis of proefstop, kan een herstart overwogen worden.
 
Zie ook: Detail nr. 21 Stoppen met gewichtsreducerende medicatie
De nazorg, inclusief eventuele bloedonderzoeken, vindt plaats in een bariatrisch centrum, zie Organisatie van zorg.
Verminderde werking medicatie
- Registreer de contra-indicatie ‘bariatrische chirurgie’ in het HIS voor het tonen van medicatieadviezen.
 - Bariatrische chirurgie heeft invloed op de werking van geneesmiddelen. Dosisaanpassing kan nodig zijn en sommige geneesmiddelen zijn gecontra-indiceerd. Zo worden NSAID’s ontraden vanwege een verhoogd risico op maagulcera. Wees hiervan bewust bij het voorschrijven van medicatie. Overleg zo nodig met de apotheker.
 
Complicaties
- Veelvoorkomende langetermijncomplicaties zijn ijzer- en vitamine B12-tekorten (ook onder suppletie), osteoporose, galsteenlijden en huidoverschot.
 - Bij een gastric sleeve hebben patiënten vaak last van reflux (naar schatting 25%).
 - Bij een gastric bypass kan een patiënt last krijgen van dumping. Vroege dumping met misselijkheid en buikpijn treedt 10-30 minuten na een maaltijd op doordat voedsel te snel in grote stukken in de dunne darm terechtkomt. Late dumping treedt 1-3 uur na een maaltijd op doordat de snelle maaglediging de balans tussen glucosespiegel en insulineaanmaak verstoort, waardoor een reactieve hypoglykemie ontstaat.
 - Na een gastric bypass kunnen ook enkele specifieke complicaties optreden die vaak minder goed herkend worden, zoals inwendige herniatie (met vaak intermitterende aspecifieke buikpijn).
 
Acute buik
Voor alarmsymptomen en complicaties na bariatrische chirurgie, zie NHG-Standaard Maagklachten.
- Apotheker: bij vragen over aanpassingen van medicatie bij obesitas of na bariatrische chirurgie
 - Voorschrijvend arts: bij vragen over aanpassingen van medicatie met gewichtsverhogend effect
 
- Diëtist:
- bij behoefte aan begeleiding naar gezond eten
 - bij dumpingklachten of andere maag-darmklachten na bariatrische chirurgie
 
 - Fysio- of oefentherapeut: bij behoefte aan bewegen onder begeleiding, bijvoorbeeld bij chronische gewrichtsklachten of aandoening met inspanningsbeperking
 - GLI-aanbieder: bij indicatie en motivatie (zie Gecombineerde leefstijlinterventie (GLI))
 - Sociaal domein (maatschappelijk werk, buurt- of wijkteam, Welzijn op Recept) bij behoefte aan hulp bij bijvoorbeeld financiële of huisvestingsproblemen, en mogelijkheden voor ontspanning, sporten of zingeving
 - Ggz: bij psychische klachten, afhankelijk van de lijdensdruk (zie NHG-Standaarden en Landelijke ggz-samenwerkingsafspraken)
 - Obesitascentrum in een ziekenhuis of internist (bij voorkeur gespecialiseerd in obesitas): bij overwegen van gewichtsreducerende medicatie als deze niet door huisarts zelf wordt voorgeschreven
 - Internist (bij voorkeur gespecialiseerd in obesitas):
- bij gewichtstoename zonder duidelijke oorzaak tijdens (langdurig) gebruik van gewichtsreducerende medicatie
 - bij vermoeden van een onderliggende oorzaak waarvoor onderzoek of behandeling nodig is (bijvoorbeeld hypothalame of genetische factoren)
 
 - Internist (bij voorkeur gespecialiseerd in bariatrische chirurgie): bij dumpingklachten die onvoldoende reageren op dieetadviezen
 - Longarts of kno-arts: bij vermoeden van een obstructief slaapapneu
 - Bariatrisch chirurg: bij klachten of complicaties na bariatrische chirurgie
 - Centrum of ziekenhuis dat ruime ervaring heeft met bariatrische chirurgie: bij indicatie en motivatie voor bariatrische chirurgie (voor indicaties, zie Bariatrische chirurgie)
 
De preventie van overgewicht ligt grotendeels buiten het werkterrein van de zorg. De overheid heeft hier een belangrijke taak.
- De zorg voor kinderen met obesitas is in elke regio anders georganiseerd.
 - Signalering van overgewicht en obesitas bij kinderen vindt door de vaste contactmomenten vaak plaats bij de jgz. Een deel van de kinderen is hierdoor al in beeld bij de jgz.
 - De huisarts heeft naast de jgz een signalerende rol en verwijst naar het sociaal domein (meestal de jgz), of in specifieke situaties naar de kinderarts.
 - In steeds meer regio’s kan ook verwezen worden naar een centrale zorgverlener (zie Kind naar gezonder gewicht | Eén vast aanspreekpunt). De centrale zorgverlener, vaak een jeugdverpleegkundige, pedagogisch adviseur of andere wijkprofessional, coördineert het verdere beleid en verwijst naar het sociaal domein (meestal de jgz), naar paramedische, psychologische of pedagogische ondersteuning en/of naar een kinder-GLI. Niet alle verwijsmogelijkheden zijn anno 2025 in alle regio’s beschikbaar.
 - Informeer via het regionale huisartsenzorgnetwerk (RHN) of de regionale huisartsenorganisatie (RHO), hoe deze zorg in de eigen regio geregeld is en in hoeverre de rol van centrale zorgverlener al is ingevuld (voor achtergrondinformatie, zie Landelijk model ketenaanpak voor kinderen met overgewicht en obesitas en Kind naar gezonder gewicht).
 
- Het verschilt per regio welke zorg beschikbaar is voor obesitas. Er zijn bijvoorbeeld in steeds meer ziekenhuizen obesitascentra en leefstijlloketten.
 - Er zijn ook initiatieven opgezet om tot een centrale zorgcoördinator voor volwassenen te komen. De voortgang verschilt per regio en deze rol is anno 2025 minder uitgewerkt dan bij kinderen.
 - In sommige regio’s bestaat de mogelijkheid om een gespecialiseerde GLI te volgen. Deze GLI’s zijn ontwikkeld voor specifieke doelgroepen.
 - De nazorg bij bariatrie is geen huisartsenzorg. Er is geen consensus onder bariatrische centra en er is geen onderbouwing van wat er gecontroleerd moet worden en wat het beleid is bij afwijkingen. Regelmatig onttrekken patiënten zich aan de nazorg.
 
Referenties
- 
                          RIVM. Overgewicht | Jongeren (2023a). https://www.vzinfo.nl/overgewicht/jongeren.
 - CBS. Leefstijl; overgewicht (jongeren 2 tot 25 jaar), 2000-2021 (2022a). https://jmopendata.cbs.nl/#/JM/nl/dataset/71851ned/table?ts=1625134438472.
 - RIVM. Overgewicht | Volwassenen (2023b). https://www.vzinfo.nl/overgewicht/volwassenen.
 - RIVM. Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2024 Kiezen voor een gezonde toekomst (2024a). https://www.rivm.nl/publicaties/keuzes-en-kansen-hoofdrapport-vtv-2024.
 - RIVM. Nederland de Maat Genomen, 2009- 2010 : Monitoring van risicofactoren in de algemene bevolking (2012). https://www.rivm.nl/publicaties/nederland-maat-genomen-2009-2010-monitoring-van-risicofactoren-in-algemene-bevolking.
 - Ball K, Crawford D. Socio-economic factors in obesity: a case of slim chance in a fat world? Asia Pac J Clin Nutr 2006;15 Suppl:15-20.
 - RIVM. Impactvolle determinanten: ongezonde voeding (2021). https://www.rivm.nl/sites/default/files/2021-07/LR_012065_131709_Factsheet%20_ongezonde_voeding_V5.pdf.
 - Monteiro CA, Cannon G, Moubarac JC, Levy RB, Louzada MLC, Jaime PC. The UN Decade of Nutrition, the NOVA food classification and the trouble with ultra-processing. Public Health Nutr 2018;21:5-17.
 - Lane MM, Gamage E, Du S, Ashtree DN, McGuinness AJ, Gauci S, et al. Ultra-processed food exposure and adverse health outcomes: umbrella review of epidemiological meta-analyses. Bmj 2024;384:e077310.
 - Hall KD, Ayuketah A, Brychta R, Cai H, Cassimatis T, Chen KY, et al. Ultra-processed diets cause excess calorie intake and weight gain: an inpatient randomized controlled trial of ad libitum food intake. Cell Metab 2019;30:67-77.e3.
 - CBS. (On)gezonde leefstijl 2022: opvattingen, motieven en gedragingen (2022b). https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/rapportages/2023/on--gezonde-leefstijl-2022-opvattingen-motieven-en-gedragingen/2--on--gezond-eten.
 - Rijksoverheid. Nederland beweegt (2023). https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2023/05/31/nederland-beweegt.
 - Myers A, Gibbons C, Finlayson G, Blundell J. Associations among sedentary and active behaviours, body fat and appetite dysregulation: investigating the myth of physical inactivity and obesity. Br J Sports Med 2017;51:1540-4.
 - Schurink - Van 't Klooster TM, Van Deemter S, Duijvestijn M, Wendel-Vos W. Zitgedrag in Nederland. Ontwikkelingen tussen 2015 en 2021 (2022). https://www.rivm.nl/publicaties/zitgedrag-in-nederland-ontwikkelingen-tussen-2015-en-2021.
 - Nedeltcheva AV, Scheer FA. Metabolic effects of sleep disruption, links to obesity and diabetes. Curr Opin Endocrinol Diabetes Obes 2014;21:293-8.
 - Cappuccio FP, Taggart FM, Kandala NB, Currie A, Peile E, Stranges S, Miller MA. Meta-analysis of short sleep duration and obesity in children and adults. Sleep 2008;31:619-26.
 - Bayon V, Leger D, Gomez-Merino D, Vecchierini MF, Chennaoui M. Sleep debt and obesity. Ann Med 2014;46:264-72.
 - Minkel J, Moreta M, Muto J, Htaik O, Jones C, Basner M, Dinges D. Sleep deprivation potentiates HPA axis stress reactivity in healthy adults. Health Psychol 2014;33:1430-4.
 - Manenschijn L, van Kruysbergen RG, de Jong FH, Koper JW, van Rossum EF. Shift work at young age is associated with elevated long-term cortisol levels and body mass index. J Clin Endocrinol Metab 2011;96:E1862-5.
 - Van der Valk ES, Savas M, Van Rossum EFC. Stress and obesity: are there more susceptible individuals? Curr Obes Rep 2018;7:193-203.
 - Broussard JL, Van Cauter E. Disturbances of sleep and circadian rhythms: novel risk factors for obesity. Curr Opin Endocrinol Diabetes Obes 2016;23:353-9.
 - McHill AW, Wright KP, Jr. Role of sleep and circadian disruption on energy expenditure and in metabolic predisposition to human obesity and metabolic disease. Obes Rev 2017;18 Suppl 1:15-24.
 - St-Onge MP, Shechter A. Sleep disturbances, body fat distribution, food intake and/or energy expenditure: pathophysiological aspects. Horm Mol Biol Clin Investig 2014;17:29-37.
 - RVS. Een eerlijke kans op gezond leven (2021). https://www.raadrvs.nl/documenten/publicaties/2021/04/07/een-eerlijke-kans-op-gezond-leven.
 - Van Rossum EFC. Gezond leven: Een gedeelde publieke én individuele verantwoordelijkheid, Bundel Taboes en Belangen in de Zorg (2022). https://www.ntvg.nl/taboesenbelangen.
 - Lindberg L, Hagman E, Danielsson P, Marcus C, Persson M. Anxiety and depression in children and adolescents with obesity: a nationwide study in Sweden. BMC Med 2020a;18:30.
 - Goldstein BI, Liu SM, Schaffer A, Sala R, Blanco C. Obesity and the three-year longitudinal course of bipolar disorder. Bipolar Disord 2013;15:284-93.
 - Avila C, Holloway AC, Hahn MK, Morrison KM, Restivo M, Anglin R, Taylor VH. An Overview of Links Between Obesity and Mental Health. Curr Obes Rep 2015;4:303-10.
 - Taylor VH, Sockalingam S, Hawa R, Hahn MK. The Role of Mental Health in Obesity Management (2020):[1-13 pp.]. https://obesitycanada.ca/wp-content/uploads/2021/05/7-The-Role-of-Mental-Health-v4-with-links.pdf.
 - Milaneschi Y, Simmons WK, van Rossum EFC, Penninx BW. Depression and obesity: evidence of shared biological mechanisms. Mol Psychiatry 2019;24:18-33.
 - Marcus M, Brownell K, Fairburn C. Binge eating and obesity (1995).
 - Vamado PJ, Williamson DA, Bentz BG, Ryan DH, Rhodes SK, O'Neil PM, et al. Prevalence of binge eating disorder in obese adults seeking weight loss treatment. Eat Weight Disord 1997;2:117-24.
 - Smith DE, Marcus MD, Lewis CE, Fitzgibbon M, Schreiner P. Prevalence of binge eating disorder, obesity, and depression in a biracial cohort of young adults. Ann Behav Med 1998;20:227-32.
 - Kessler RC, Berglund PA, Chiu WT, Deitz AC, Hudson JI, Shahly V, et al. The prevalence and correlates of binge eating disorder in the World Health Organization World Mental Health Surveys. Biol Psychiatry 2013;73:904-14.
 - Dingemans AE, van Furth EF. Binge eating disorder psychopathology in normal weight and obese individuals. Int J Eat Disord 2012;45:135-8.
 - De Zwaan M, Mitchell JE, Howell LM, Monson N, Swan-Kremeier L, Crosby RD, Seim HC. Characteristics of morbidly obese patients before gastric bypass surgery. Compr Psychiatry 2003;44:428-34.
 - Ivezaj V, White MA, Grilo CM. Examining binge-eating disorder and food addiction in adults with overweight and obesity. Obesity (Silver Spring) 2016;24:2064-9.
 - Kivimäki M, Batty GD, Singh-Manoux A, Nabi H, Sabia S, Tabak AG, et al. Association between common mental disorder and obesity over the adult life course. Br J Psychiatry 2009;195:149-55.
 - Taylor VH, McIntyre RS, Remington G, Levitan RD, Stonehocker B, Sharma AM. Beyond pharmacotherapy: understanding the links between obesity and chronic mental illness. Can J Psychiatry 2012;57:5-12.
 - Stabouli S, Erdine S, Suurorg L, Jankauskienė A, Lurbe E. Obesity and eating disorders in children and adolescents: the bidirectional link. Nutrients 2021;13.
 - Tamashiro KL, Sakai RR, Shively CA, Karatsoreos IN, Reagan LP. Chronic stress, metabolism, and metabolic syndrome. Stress 2011;14:468-74.
 - Van der Valk ES, Van der Voorn B, Iyer AM, Mohseni M, Leenen PJM, Dik WA, et al. Hair cortisol, obesity and the immune system: Results from a 3 year longitudinal study. Psychoneuroendocrinology 2021;134:105422.
 - Fuemmeler BF, Dedert E, McClernon FJ, Beckham JC. Adverse childhood events are associated with obesity and disordered eating: results from a U.S. population-based survey of young adults. J Trauma Stress 2009;22:329-33.
 - Griffiths LJ, Wolke D, Page AS, Horwood JP. Obesity and bullying: different effects for boys and girls. Arch Dis Child 2006;91:121-5.
 - Analitis F, Velderman MK, Ravens-Sieberer U, Detmar S, Erhart M, Herdman M, et al. Being bullied: associated factors in children and adolescents 8 to 18 years old in 11 European countries. Pediatrics 2009;123:569-77.
 - Savas M, Wester VL, Visser JA, Kleinendorst L, Van der Zwaag B, Van Haelst MM, et al. Extensive phenotyping for potential weight-inducing factors in an outpatient population with obesity. Obes Facts 2019;12:369-84.
 - Wharton S, Raiber L, Serodio KJ, Lee J, Christensen RA. Medications that cause weight gain and alternatives in Canada: a narrative review. Diabetes Metab Syndr Obes 2018;11:427-38.
 - Malone M. Medications associated with weight gain. Ann Pharmacother 2005;39:2046-55.
 - Sharma AM, Pischon T, Hardt S, Kunz I, Luft FC. Hypothesis: Beta-adrenergic receptor blockers and weight gain: A systematic analysis. Hypertension 2001;37:250-4.
 - Da Silva JA, Jacobs JW, Kirwan JR, Boers M, Saag KG, Inês LB, et al. Safety of low dose glucocorticoid treatment in rheumatoid arthritis: published evidence and prospective trial data. Ann Rheum Dis 2006;65:285-93.
 - Savas M, Muka T, Wester VL, van den Akker ELT, Visser JA, Braunstahl GJ, et al. Associations Between Systemic and Local Corticosteroid Use With Metabolic Syndrome and Body Mass Index. J Clin Endocrinol Metab 2017;102:3765-74.
 - 
                          Fardet L, Fève B. Systemic glucocorticoid therapy: a review of its metabolic and cardiovascular adverse events. Drugs 2014;74:1731-45.
 - 
                          Curtis JR, Westfall AO, Allison J, Bijlsma JW, Freeman A, George V, et al. Population-based assessment of adverse events associated with long-term glucocorticoid use. Arthritis Rheum 2006;55:420-6.
 - 
                          Fardet L, Flahault A, Kettaneh A, Tiev KP, Généreau T, Tolédano C, et al. Corticosteroid-induced clinical adverse events: frequency, risk factors and patient's opinion. Br J Dermatol 2007;157:142-8.
 - 
                          Laurberg P, Knudsen N, Andersen S, Carlé A, Pedersen IB, Karmisholt J. Thyroid function and obesity. Eur Thyroid J 2012;1:159-67.
 - 
                          Van der Valk ES, Van den Akker ELT, Savas M, Kleinendorst L, Visser JA, Van Haelst MM, et al. A comprehensive diagnostic approach to detect underlying causes of obesity in adults. Obes Rev 2019;20:795-804.
 - 
                          Sanyal D, Raychaudhuri M. Hypothyroidism and obesity: An intriguing link. Indian J Endocrinol Metab 2016;20:554-7.
 - 
                          Reinehr T, de Sousa G, Andler W. Hyperthyrotropinemia in obese children is reversible after weight loss and is not related to lipids. J Clin Endocrinol Metab 2006;91:3088-91.
 - 
                          Nieman LK, Biller BM, Findling JW, Newell-Price J, Savage MO, Stewart PM, Montori VM. The diagnosis of Cushing's syndrome: an Endocrine Society Clinical Practice Guideline. J Clin Endocrinol Metab 2008;93:1526-40.
 - 
                          Al Wattar BH, Fisher M, Bevington L, Talaulikar V, Davies M, Conway G, Yasmin E. Clinical Practice Guidelines on the Diagnosis and Management of Polycystic Ovary Syndrome: A Systematic Review and Quality Assessment Study. J Clin Endocrinol Metab 2021;106:2436-46.
 - 
                          Piccinini-Vallis H, Adamo K, Bell R, Pereira L, Nerenberg K. Canadian Adult Obesity Clinical Practice Guidelines: Weight Management Over the Reproductive Years for Adult Women Living with Obesity (2020). https://obesitycanada.ca/guidelines/reproductive
 - 
                          Gunderson EP. Childbearing and obesity in women: weight before, during, and after pregnancy. Obstet Gynecol Clin North Am 2009;36:317-32, ix.
 - 
                          Davis SR, Castelo-Branco C, Chedraui P, Lumsden MA, Nappi RE, Shah D, Villaseca P. Understanding weight gain at menopause. Climacteric 2012;15:419-29.
 - 
                          Bereket A, Kiess W, Lustig RH, Muller HL, Goldstone AP, Weiss R, et al. Hypothalamic obesity in children. Obes Rev 2012;13:780-98.
 - 
                          Loos RJF, Yeo GSH. The genetics of obesity: from discovery to biology. Nat Rev Genet 2022;23:120-33.
 - 
                          Yengo L, Sidorenko J, Kemper KE, Zheng Z, Wood AR, Weedon MN, et al. Meta-analysis of genome-wide association studies for height and body mass index in ∼700000 individuals of European ancestry. Hum Mol Genet 2018;27:3641-9.
 - 
                          Ehrlich AC, Friedenberg FK. Genetic Associations of Obesity: The Fat-Mass and Obesity-Associated (FTO) Gene. Clin Transl Gastroenterol 2016;7:e140.
 - 
                          Frayling TM, Timpson NJ, Weedon MN, Zeggini E, Freathy RM, Lindgren CM, et al. A common variant in the FTO gene is associated with body mass index and predisposes to childhood and adult obesity. Science 2007;316:889-94.
 - 
                          Dina C, Meyre D, Gallina S, Durand E, Körner A, Jacobson P, et al. Variation in FTO contributes to childhood obesity and severe adult obesity. Nat Genet 2007;39:724-6.
 - 
                          Bays H, Scinta W. Adiposopathy and epigenetics: an introduction to obesity as a transgenerational disease. Curr Med Res Opin 2015;31:2059-69.
 - 
                          Kleinendorst L, Massink MPG, Cooiman MI, Savas M, van der Baan-Slootweg OH, Roelants RJ, et al. Genetic obesity: next-generation sequencing results of 1230 patients with obesity. J Med Genet 2018;55:578-86.
 - 
                          Welling MS, Mohseni M, Meeusen REH, de Groot CJ, Boon MR, Kleinendorst L, et al. Clinical phenotypes of adults with monogenic and syndromic genetic obesity. Obesity (Silver Spring) 2024;32:1257-67.
 - 
                          Mahmoud R, Kimonis V, Butler MG. Genetics of obesity in humans: a clinical review. Int J Mol Sci 2022;23.
 - 
                          Fitch AK, Malhotra S, Conroy R. Differentiating monogenic and syndromic obesities from polygenic obesity: Assessment, diagnosis, and management. Obes Pillars 2024;11:100110.
 - 
                          Van Baak MA, Mariman ECM. Obesity-induced and weight-loss-induced physiological factors affecting weight regain. Nat Rev Endocrinol 2023;19:655-70.
 - 
                          Leibel RL, Rosenbaum M, Hirsch J. Changes in energy expenditure resulting from altered body weight. N Engl J Med 1995;332:621-8.
 - 
                          Fothergill E, Guo J, Howard L, Kerns JC, Knuth ND, Brychta R, et al. Persistent metabolic adaptation 6 years after "The Biggest Loser" competition. Obesity (Silver Spring) 2016;24:1612-9.
 - 
                          Heymsfield SB, Harp JB, Reitman ML, Beetsch JW, Schoeller DA, Erondu N, Pietrobelli A. Why do obese patients not lose more weight when treated with low-calorie diets? A mechanistic perspective. Am J Clin Nutr 2007;85:346-54.
 - 
                          Sumithran P, Prendergast LA, Delbridge E, Purcell K, Shulkes A, Kriketos A, Proietto J. Long-term persistence of hormonal adaptations to weight loss. N Engl J Med 2011;365:1597-604.
 - 
                          WHO. Consideration of the evidence on childhood obesity for the Commission on Ending Childhood Obesity: report of the ad hoc working group on science and evidence for ending childhood obesity, Geneva, Switzerland. 2016.
 - 
                          Nader PR, O'Brien M, Houts R, Bradley R, Belsky J, Crosnoe R, et al. Identifying risk for obesity in early childhood. Pediatrics 2006;118:e594-601.
 - 
                          Whitaker RC, Wright JA, Pepe MS, Seidel KD, Dietz WH. Predicting obesity in young adulthood from childhood and parental obesity. N Engl J Med 1997;337:869-73.
 - 
                          Magarey AM, Daniels LA, Boulton TJ, Cockington RA. Predicting obesity in early adulthood from childhood and parental obesity. Int J Obes Relat Metab Disord 2003;27:505-13.
 - 
                          Schwimmer JB, Burwinkle TM, Varni JW. Health-related quality of life of severely obese children and adolescents. Jama 2003;289:1813-9.
 - 
                          Lindberg L, Danielsson P, Persson M, Marcus C, Hagman E. Association of childhood obesity with risk of early all-cause and cause-specific mortality: A Swedish prospective cohort study. PLoS Med 2020b;17:e1003078.
 - 
                          Horesh A, Tsur AM, Bardugo A, Twig G. Adolescent and childhood obesity and excess morbidity and mortality in young adulthood-a systematic review. Curr Obes Rep 2021;10:301-10.
 - 
                          Twig G, Yaniv G, Levine H, Leiba A, Goldberger N, Derazne E, et al. Body-mass index in 2.3 million adolescents and cardiovascular death in adulthood. N Engl J Med 2016;374:2430-40.
 - 
                          Abiri B, Hosseinpanah F, Banihashem S, Madinehzad SA, Valizadeh M. Mental health and quality of life in different obesity phenotypes: a systematic review. Health Qual Life Outcomes 2022;20:63.
 - 
                          Kim SR, Kim HN, Song SW. Associations between mental health, quality of life, and obesity/metabolic risk phenotypes. Metab Syndr Relat Disord 2020;18:347-52.
 - 
                          CBS. Sociale samenhang en welzijn (2022c). https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/methoden/onderzoeksomschrijvingen/korte-onderzoeksomschrijvingen/sociale-samenhang-en-welzijn.
 - 
                          Destri K, Alves J, Gregório MJ, Dias SS, Henriques AR, Mendonça N, et al. Obesity-attributable costs of absenteeism among working adults in Portugal. BMC Public Health 2022;22:978.
 - 
                          Nagi MA, Ahmed H, Rezq MAA, Sangroongruangsri S, Chaikledkaew U, Almalki Z, Thavorncharoensap M. Economic costs of obesity: a systematic review. Int J Obes (Lond) 2024;48:33-43.
 - 
                          Araujo MYC, Norberto M, Mantovani AM, Turi-Lynch BC, Santos LLD, Ricardo SJ, et al. Obesity increases costs with productivity loss due to disability retirements, independent of physical activity: a cohort study. J Occup Environ Med 2020;62:325-30.
 - 
                          Catalina-Romero C, Sanchez Chaparro MA, Valdivielso P, Quevedo-Aguado L, Brotons C, Ruilope LM, Calvo-Bonacho E. Estimating the impact of obesity and metabolic phenotype on sickness absence. Results from the ICARIA study. Nutr Metab Cardiovasc Dis 2019;29:383-9.
 - 
                          Di Angelantonio E, Global BMIMC, Bhupathiraju Sh N, Wormser D, Gao P, Kaptoge S, et al. Body-mass index and all-cause mortality: individual-participant-data meta-analysis of 239 prospective studies in four continents. Lancet 2016;388:776-86.
 - 
                          Whitlock G, Lewington S, Sherliker P, Clarke R, Emberson J, Halsey J, et al. Body-mass index and cause-specific mortality in 900 000 adults: collaborative analyses of 57 prospective studies. Lancet 2009;373:1083-96.
 - 
                          Berrington de Gonzalez A, Hartge P, Cerhan JR, Flint AJ, Hannan L, MacInnis RJ, et al. Body-mass index and mortality among 1.46 million white adults. N Engl J Med 2011;363:2211-9.
 - 
                          Peeters A, Barendregt JJ, Willekens F, Mackenbach JP, Al Mamun A, Bonneux L. Obesity in adulthood and its consequences for life expectancy: a life-table analysis. Ann Intern Med 2003;138:24-32.
 - 
                          Xu H, Cupples LA, Stokes A, Liu CT. Association of obesity with mortality over 24 years of weight history: findings from the framingham heart study. JAMA Netw Open 2018;1:e184587.
 - 
                          Bhaskaran K, Dos-Santos-Silva I, Leon DA, Douglas IJ, Smeeth L. Association of BMI with overall and cause-specific mortality: a population-based cohort study of 3·6 million adults in the UK. Lancet Diabetes Endocrinol 2018;6:944-53.
 - 
                          Marcus C, Danielsson P, Hagman E. Pediatric obesity-Long-term consequences and effect of weight loss. J Intern Med 2022;292:870-91.
 - 
                          McPhee PG, Singh S, Morrison KM. Childhood obesity and cardiovascular disease risk: working toward solutions. Can J Cardiol 2020;36:1352-61.
 - 
                          Skelton JA, Klish WJ. Overview of the health consequences of obesity in children and adolescents (2023). https://www.uptodate.com/contents/overview-of-the-health-consequences-of-obesity-in-children-and-adolescents.
 - 
                          Dixon AE, Que LG. Obesity and Asthma. Semin Respir Crit Care Med 2023;43:662-74.
 - 
                          Lang JE, Bunnell HT, Hossain MJ, Wysocki T, Lima JJ, Finkel TH, et al. Being overweight or obese and the development of asthma. Pediatrics 2018;142.
 - 
                          Smith SM, Sumar B, Dixon KA. Musculoskeletal pain in overweight and obese children. Int J Obes (Lond) 2014;38:11-5.
 - 
                          Van den Hout WJ, Adriaanse MA, Den Beer Poortugael LM, Mook-Kanamori DO, Numans ME, Van Peet PG. Dutch GPs' perspectives on addressing obesity: a qualitative study. BJGP Open 2024;8.
 - 
                          Rubino F, Puhl RM, Cummings DE, Eckel RH, Ryan DH, Mechanick JI, et al. Joint international consensus statement for ending stigma of obesity. Nat Med 2020;26:485-97.
 - 
                          Hunte HE, Williams DR. The association between perceived discrimination and obesity in a population-based multiracial and multiethnic adult sample. Am J Public Health 2009;99:1285-92.
 - 
                          Puhl RM, Heuer CA. The stigma of obesity: a review and update. Obesity (Silver Spring) 2009;17:941-64.
 - 
                          Dencker M, Thorsson O, Lindén C, Wollmer P, Andersen LB, Karlsson MK. BMI and objectively measured body fat and body fat distribution in prepubertal children. Clin Physiol Funct Imaging 2007;27:12-6.
 - 
                          Ellis KJ, Abrams SA, Wong WW. Monitoring childhood obesity: assessment of the weight/height index. Am J Epidemiol 1999;150:939-46.
 - 
                          Deurenberg P, Weststrate JA, Seidell JC. Body mass index as a measure of body fatness: age- and sex-specific prediction formulas. Br J Nutr 1991;65:105-14.
 - 
                          Deurenberg P, Deurenberg-Yap M, Foo LF, Schmidt G, Wang J. Differences in body composition between Singapore Chinese, Beijing Chinese and Dutch children. Eur J Clin Nutr 2003;57:405-9.
 - 
                          Bulk-Bunschoten AMW, Renders CM, Van Leerdam FJM, Hirasing RA. Signaleringsprotocol Overgewicht in de Jeugdgezondheidszorg (2004); 36(5):[86-8 pp.].
 - 
                          Kist-van Holthe JE, Beltman M, Bulk-Bunschoten AMW, L’Hoir M, Kuijpers T, Pijpers F, et al. Overgewicht Preventie, signalering, interventie en verwijzing van kinderen van 0-19 jaar. (2012). https://www.ncj.nl/wp-content/uploads/media-import/docs/a5c33acd-8ed5-46f6-9857-ba2b9675ef0e.pdf.
 - 
                          Cole TJ, Bellizzi MC, Flegal KM, Dietz WH. Establishing a standard definition for child overweight and obesity worldwide: international survey. Bmj 2000;320:1240-3.
 - 
                          Hirasing RA, Fredriks AM, Van Buuren S, Verloove-Vanhorick SP, Wit JM. Toegenomen prevalentie van overgewicht en obesitas bij Nederlandse kinderen en signalering daarvan aan de hand van internationale normen en nieuwe afwegingen. (2001); 145:[1303-8 pp.].
 - 
                          Cole TJ, Lobstein T. Extended international (IOTF) body mass index cut-offs for thinness, overweight and obesity. Pediatr Obes 2012;7:284-94.
 - 
                          Putri RR, Danielsson P, Ekström N, Ericsson Å, Lindberg L, Marcus C, Hagman E. Effect of pediatric obesity treatment on long-term health. JAMA Pediatr 2025;179:302-9.
 - 
                          Gezondheidsraad. Beweegrichtlijnen 2017 (2017). https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2017/08/22/beweegrichtlijnen-2017
 - 
                          CBS/RIVM. Gezondheidsenquête (2001-2013) (2014). https://www.cbs.nl/nl-nl/deelnemers-enquetes/personen/overzicht/leefstijlmonitor
 - 
                          Rueda-Clausen CF, Poddar M, Lear SA, Poirier P, Sharma AM. Assessment of people living with obesity (2020). https://obesitycanada.ca/wp-content/uploads/2020/08/6-Obesity-Assessment-v4-with-links.pdf
 - 
                          Pinho CPS, Diniz ADS, Arruda IKG, Leite A, Petribu MMV, Rodrigues IG. Waist circumference measurement sites and their association with visceral and subcutaneous fat and cardiometabolic abnormalities. Arch Endocrinol Metab 2018;62:416-23.
 - 
                          Bouchard C. BMI, fat mass, abdominal adiposity and visceral fat: where is the 'beef'? Int J Obes (Lond) 2007;31:1552-3.
 - 
                          Hebebrand J, Holm JC, Woodward E, Baker JL, Blaak E, Durrer Schutz D, et al. A proposal of the european association for the study of obesity to improve the ICD-11 diagnostic criteria for obesity b based on the three dimensions etiology, degree of adiposity and health risk. Obes Facts 2017;10:284-307.
 - 
                          Thomas EL, Frost G, Taylor-Robinson SD, Bell JD. Excess body fat in obese and normal-weight subjects. Nutr Res Rev 2012;25:150-61.
 - 
                          Lee CM, Huxley RR, Wildman RP, Woodward M. Indices of abdominal obesity are better discriminators of cardiovascular risk factors than BMI: a meta-analysis. J Clin Epidemiol 2008;61:646-53.
 - 
                          Fox CS, Massaro JM, Hoffmann U, Pou KM, Maurovich-Horvat P, Liu CY, et al. Abdominal visceral and subcutaneous adipose tissue compartments: association with metabolic risk factors in the Framingham Heart Study. Circulation 2007;116:39-48.
 - 
                          Zhang C, Rexrode KM, van Dam RM, Li TY, Hu FB. Abdominal obesity and the risk of all-cause, cardiovascular, and cancer mortality: sixteen years of follow-up in US women. Circulation 2008;117:1658-67.
 - 
                          Cerhan JR, Moore SC, Jacobs EJ, Kitahara CM, Rosenberg PS, Adami HO, et al. A pooled analysis of waist circumference and mortality in 650,000 adults. Mayo Clin Proc 2014;89:335-45.
 - 
                          Pischon T, Boeing H, Hoffmann K, Bergmann M, Schulze MB, Overvad K, et al. General and abdominal adiposity and risk of death in Europe. N Engl J Med 2008;359:2105-20.
 - 
                          Ross R, Neeland IJ, Yamashita S, Shai I, Seidell J, Magni P, et al. Waist circumference as a vital sign in clinical practice: a Consensus Statement from the IAS and ICCR Working Group on Visceral Obesity. Nat Rev Endocrinol 2020;16:177-89.
 - 
                          Jacobs EJ, Newton CC, Wang Y, Patel AV, McCullough ML, Campbell PT, et al. Waist circumference and all-cause mortality in a large US cohort. Arch Intern Med 2010;170:1293-301.
 - 
                          Greco F, Piccolo CL, D'Andrea V, Scardapane A, Beomonte Zobel B, Mallio CA. Fat Matters: Exploring Cancer Risk through the Lens of Computed Tomography and Visceral Adiposity. J Clin Med 2024;13.
 - 
                          Verweij LM, Terwee CB, Proper KI, Hulshof CT, van Mechelen W. Measurement error of waist circumference: gaps in knowledge. Public Health Nutr 2013;16:281-8.
 - 
                          Ulijaszek SJ, Kerr DA. Anthropometric measurement error and the assessment of nutritional status. Br J Nutr 1999;82:165-77.
 - 
                          WHO. Physical status: the use of and interpretation of anthropometry, report of a WHO expert committee (1995). https://www.who.int/publications/i/item/9241208546
 - 
                          Guh DP, Zhang W, Bansback N, Amarsi Z, Birmingham CL, Anis AH. The incidence of co-morbidities related to obesity and overweight: a systematic review and meta-analysis. BMC Public Health 2009;9:88.
 - 
                          Gavriilidou NN, Pihlsgård M, Elmståhl S. Anthropometric reference data for elderly Swedes and its disease-related pattern. Eur J Clin Nutr 2015;69:1066-75.
 - 
                          Hartemink N, Boshuizen HC, Nagelkerke NJ, Jacobs MA, van Houwelingen HC. Combining risk estimates from observational studies with different exposure cutpoints: a meta-analysis on body mass index and diabetes type 2. Am J Epidemiol 2006;163:1042-52.
 - 
                          Wang Z, Ma J, Si D. Optimal cut-off values and population means of waist circumference in different populations. Nutr Res Rev 2010;23:191-9.
 - 
                          Lear SA, James PT, Ko GT, Kumanyika S. Appropriateness of waist circumference and waist-to-hip ratio cutoffs for different ethnic groups. Eur J Clin Nutr 2010;64:42-61.
 - 
                          Cardinal TR, Vigo A, Duncan BB, Matos SMA, da Fonseca MJM, Barreto SM, Schmidt MI. Optimal cut-off points for waist circumference in the definition of metabolic syndrome in Brazilian adults: baseline analyses of the Longitudinal Study of Adult Health (ELSA-Brasil). Diabetol Metab Syndr 2018;10:49.
 - 
                          Zaher ZM, Zambari R, Pheng CS, Muruga V, Ng B, Appannah G, Onn LT. Optimal cut-off levels to define obesity: body mass index and waist circumference, and their relationship to cardiovascular disease, dyslipidaemia, hypertension and diabetes in Malaysia. Asia Pac J Clin Nutr 2009;18:209-16.
 - 
                          WHO. Preventing and managing the global epidemic: report of a WHO consultation on obesity. 2000.
 - 
                          Lean ME, Han TS, Morrison CE. Waist circumference as a measure for indicating need for weight management. Bmj 1995;311:158-61.
 - 
                          Janssen I, Katzmarzyk PT, Ross R. Body mass index, waist circumference, and health risk: evidence in support of current National Institutes of Health guidelines. Arch Intern Med 2002;162:2074-9.
 - 
                          Health NIo. Clinical Guidelines on the Identification, Evaluation, and Treatment of Overweight and Obesity in Adults: The Evidence Report. Obesity Research (1998); 6(S2):[51-179 pp.]. https://onlinelibrary.wiley.com/doi/abs/10.1002/j.1550-8528.1998.tb00690.x
 - 
                          Douketis JD, Paradis G, Keller H, Martineau C. Canadian guidelines for body weight classification in adults: application in clinical practice to screen for overweight and obesity and to assess disease risk. Cmaj 2005;172:995-8.
 - 
                          Horn DB, Almandoz JP, Look M. What is clinically relevant weight loss for your patients and how can it be achieved? A narrative review. Postgrad Med 2022;134:359-75.
 - 
                          Lean ME, Leslie WS, Barnes AC, Brosnahan N, Thom G, McCombie L, et al. Primary care-led weight management for remission of type 2 diabetes (DiRECT): an open-label, cluster-randomised trial. Lancet 2018;391:541-51.
 - 
                          Zomer E, Gurusamy K, Leach R, Trimmer C, Lobstein T, Morris S, et al. Interventions that cause weight loss and the impact on cardiovascular risk factors: a systematic review and meta-analysis. Obes Rev 2016;17:1001-11.
 - 
                          Landsmeer MLA, De Vos BC, Van der Plas P, Van Middelkoop M, Vroegindeweij D, Bindels PJE, et al. Effect of weight change on progression of knee OA structural features assessed by MRI in overweight and obese women. Osteoarthritis Cartilage 2018;26:1666-74.
 - 
                          Kritchevsky SB, Beavers KM, Miller ME, Shea MK, Houston DK, Kitzman DW, Nicklas BJ. Intentional weight loss and all-cause mortality: a meta-analysis of randomized clinical trials. PLoS One 2015;10:e0121993.
 - 
                          Ge L, Sadeghirad B, Ball GDC, da Costa BR, Hitchcock CL, Svendrovski A, et al. Comparison of dietary macronutrient patterns of 14 popular named dietary programmes for weight and cardiovascular risk factor reduction in adults: systematic review and network meta-analysis of randomised trials. Bmj 2020;369:m696.
 - 
                          Silverii GA, Cresci B, Benvenuti F, Santagiuliana F, Rotella F, Mannucci E. Effectiveness of intermittent fasting for weight loss in individuals with obesity: A meta-analysis of randomized controlled trials. Nutr Metab Cardiovasc Dis 2023;33:1481-9.
 - 
                          Boulé NG, Prud'homme D. Physical activity in obesity management. (2020):[1-9 pp.]. https://obesitycanada.ca/wp-content/uploads/2021/05/9-Physical-Activity-v3-with-links.pdf
 - 
                          Stens NA, Bakker EA, Mañas A, Buffart LM, Ortega FB, Lee DC, et al. Relationship of daily step counts to all-cause mortality and cardiovascular events. J Am Coll Cardiol 2023;82:1483-94.
 - 
                          Mann S, Jimenez A, Steele J, Domone S, Wade M, Beedie C. Programming and supervision of resistance training leads to positive effects on strength and body composition: results from two randomised trials of community fitness programmes. BMC Public Health 2018;18:420.
 - 
                          Alberga AS, Prud'homme D, Sigal RJ, Goldfield GS, Hadjiyannakis S, Gougeon R, et al. Does exercise training affect resting metabolic rate in adolescents with obesity? Appl Physiol Nutr Metab 2017;42:15-22.
 - 
                          Yu WW, Lee S, Arslanian S, Tamim H, Kuk JL. Effects of Exercise on Resting Metabolic Rate in Adolescents with Overweight and Obesity. Child Obes 2021;17:249-56.
 - 
                          RIVM. Monitor Gecombineerde Leefstijlinterventie 2024 (2024b). https://www.rivm.nl/documenten/monitor-gecombineerde-leefstijlinterventie-2024, Geraadpleegd juni 2024.
 - 
                          RIVM. Jaarrapportage monitor gecombineerde leefstijl interventie (GLI) 2023 (2023c). https://www.rivm.nl/publicaties/jaarrapportage-monitor-gecombineerde-leefstijl-interventie-GLI-2023
 - Chao AM, Wadden TA, Walsh OA, Gruber KA, Alamuddin N, Berkowitz RI, Tronieri JS. Changes in health-related quality of life with intensive behavioural therapy combined with liraglutide 3.0 mg per day. Clin Obes. 2019 Dec;9(6):e12340. doi: 10.1111/cob.12340. Epub 2019 Nov 5. PMID: 31691531.
 - 
                          Qin W, Yang J, Deng C, Ruan Q, Duan K. Efficacy and safety of semaglutide 2.4 mg for weight loss in overweight or obese adults without diabetes: An updated systematic review and meta-analysis including the 2-year STEP 5 trial. Diabetes Obes Metab 2023;26:911-23.
 - 
                          Alkhezi OS, Alahmed AA, Alfayez OM, Alzuman OA, Almutairi AR, Almohammed OA. Comparative effectiveness of glucagon-like peptide-1 receptor agonists for the management of obesity in adults without diabetes: A network meta-analysis of randomized clinical trials. Obes Rev 2023;24:e13543.
 - 
                          Shi Q, Wang Y, Hao Q, Vandvik PO, Guyatt G, Li J, et al. Pharmacotherapy for adults with overweight and obesity: a systematic review and network meta-analysis of randomised controlled trials. Lancet 2024;399:259-69.
 - 
                          Apovian CM, Aronne L, Rubino D, Still C, Wyatt H, Burns C, et al. A randomized, phase 3 trial of naltrexone SR/bupropion SR on weight and obesity-related risk factors (COR-II). Obesity (Silver Spring) 2013;21:935-43.
 - Greenway FL, Dunayevich E, Tollefson G, Erickson J, Guttadauria M, Fujioka K, Cowley MA; NB-201 Study Group. Comparison of combined bupropion and naltrexone therapy for obesity with monotherapy and placebo. J Clin Endocrinol Metab. 2009 Dec;94(12):4898-906. doi: 10.1210/jc.2009-1350. Epub 2009 Oct 21. PMID: 19846734.
 - Greenway FL, Fujioka K, Plodkowski RA, Mudaliar S, Guttadauria M, Erickson J, Kim DD, Dunayevich E; COR-I Study Group. Effect of naltrexone plus bupropion on weight loss in overweight and obese adults (COR-I): a multicentre, randomised, double-blind, placebo-controlled, phase 3 trial. Lancet. 2010 Aug 21;376(9741):595-605. doi: 10.1016/S0140-6736(10)60888-4. Epub 2010 Jul 29. Erratum in: Lancet. 2010 Aug 21;376(9741):594. Erratum in: Lancet. 2010 Oct 23;376(9750):1392. PMID: 20673995.
 - Halseth A, Shan K, Walsh B, Gilder K, Fujioka K. Method-of-use study of naltrexone sustained release (SR)/bupropion SR on body weight in individuals with obesity. Obesity (Silver Spring). 2017 Feb;25(2):338-345. doi: 10.1002/oby.21726. Epub 2016 Dec 27. PMID: 28026920; PMCID: PMC5299461.
 - Wadden TA, Foreyt JP, Foster GD, Hill JO, Klein S, O'Neil PM, Perri MG, Pi-Sunyer FX, Rock CL, Erickson JS, Maier HN, Kim DD, Dunayevich E. Weight loss with naltrexone SR/bupropion SR combination therapy as an adjunct to behavior modification: the COR-BMOD trial. Obesity (Silver Spring). 2011 Jan;19(1):110-20. doi: 10.1038/oby.2010.147. Epub 2010 Jun 17. PMID: 20559296; PMCID: PMC4459776.
 - 
                          Jobanputra R, Sargeant JA, Almaqhawi A, Ahmad E, Arsenyadis F, Webb DR, et al. The effects of weight-lowering pharmacotherapies on physical activity, function and fitness: A systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials. Obes Rev 2023;24:e13553.
 - 
                          Iannone A, Natale P, Palmer SC, Nicolucci A, Rendina M, Giorgino F, et al. Clinical outcomes associated with drugs for obesity and overweight: A systematic review and network meta-analysis of randomized controlled trials. Diabetes Obes Metab 2023;25:2535-44.
 - 
                          Pi-Sunyer X, Astrup A, Fujioka K, Greenway F, Halpern A, Krempf M, et al. A randomized, controlled trial of 3.0 mg of liraglutide in weight management. New England Journal of Medicine 2015;373:11-22.
 - 
                          O'Neil PM, Birkenfeld AL, McGowan B, Mosenzon O, Pedersen SD, Wharton S, et al. Efficacy and safety of semaglutide compared with liraglutide and placebo for weight loss in patients with obesity: a randomised, double-blind, placebo and active controlled, dose-ranging, phase 2 trial. Lancet 2018;392:637-49.
 - 
                          Rubino DM, Greenway FL, Khalid U, O'Neil PM, Rosenstock J, Sørrig R, et al. Effect of Weekly Subcutaneous Semaglutide vs Daily Liraglutide on Body Weight in Adults With Overweight or Obesity Without Diabetes: The STEP 8 Randomized Clinical Trial. Jama 2022;327:138-50.
 - 
                          Lundgren JR, Janus C, Jensen SBK, Juhl CR, Olsen LM, Christensen RM, et al. Healthy weight loss maintenance with exercise, liraglutide, or both combined. N Engl J Med 2021;384:1719-30.
 - 
                          Kolotkin RL, Fujioka K, Wolden ML, Brett JH, Bjorner JB. Improvements in health-related quality of life with liraglutide 3.0 mg compared with placebo in weight management. Clin Obes 2016;6:233-42.
 - 
                          Wadden TA, Tronieri JS, Sugimoto D, Lund MT, Auerbach P, Jensen C, Rubino D. Liraglutide 3.0 mg and intensive behavioral therapy (IBT) for obesity in primary care: The SCALE IBT randomized controlled trial. Obesity (Silver Spring) 2020;28:529-36.
 - 
                          Friedrichsen M, Breitschaft A, Tadayon S, Wizert A, Skovgaard D. The effect of semaglutide 2.4 mg once weekly on energy intake, appetite, control of eating, and gastric emptying in adults with obesity. Diabetes Obes Metab 2021;23:754-62.
 - 
                          Rubino D, Abrahamsson N, Davies M, Hesse D, Greenway FL, Jensen C, et al. Effect of continued weekly subcutaneous semaglutide vs placebo on weight loss maintenance in adults with overweight or obesity: the STEP 4 randomized clinical trial. Jama 2021;325:1414-25.
 - 
                          Wadden TA, Bailey TS, Billings LK, Davies M, Frias JP, Koroleva A, et al. Effect of subcutaneous semaglutide vs placebo as an adjunct to intensive behavioral therapy on body weight in adults with overweight or obesity: the STEP 3 randomized clinical trial. Jama 2021;325:1403-13.
 - 
                          Wilding JPH, Batterham RL, Calanna S, Davies M, Van Gaal LF, Lingvay I, et al. Once-Weekly Semaglutide in Adults with Overweight or Obesity. N Engl J Med 2021;384:989-1002.
 - 
                          Garvey WT, Batterham RL, Bhatta M, Buscemi S, Christensen LN, Frias JP, et al. Two-year effects of semaglutide in adults with overweight or obesity: the STEP 5 trial. Nat Med 2022;28:2083-91.
 - 
                          Knop FK, Aroda VR, do Vale RD, Holst-Hansen T, Laursen PN, Rosenstock J, et al. Oral semaglutide 50 mg taken once per day in adults with overweight or obesity (OASIS 1): a randomised, double-blind, placebo-controlled, phase 3 trial. Lancet 2023;402:705-19.
 - 
                          Crave JC, Fimbel S, Lejeune H, Cugnardey N, Déchaud H, Pugeat M. Effects of diet and metformin administration on sex hormone-binding globulin, androgens, and insulin in hirsute and obese women. J Clin Endocrinol Metab 1995;80:2057-62.
 - 
                          DPPRGroup. Long-term safety, tolerability, and weight loss associated with metformin in the Diabetes Prevention Program Outcomes Study. Diabetes Care 2012;35:731-7.
 - 
                          Gambineri A, Patton L, Vaccina A, Cacciari M, Morselli-Labate AM, Cavazza C, et al. Treatment with flutamide, metformin, and their combination added to a hypocaloric diet in overweight-obese women with polycystic ovary syndrome: a randomized, 12-month, placebo-controlled study. J Clin Endocrinol Metab 2006;91:3970-80.
 - 
                          Garinis GA, Fruci B, Mazza A, De Siena M, Abenavoli S, Gulletta E, et al. Metformin versus dietary treatment in nonalcoholic hepatic steatosis: a randomized study. Int J Obes (Lond) 2010;34:1255-64.
 - 
                          He H, Zhao Z, Chen J, Ni Y, Zhong J, Yan Z, et al. Metformin-based treatment for obesity-related hypertension: a randomized, double-blind, placebo-controlled trial. J Hypertens 2012;30:1430-9.
 - 
                          Hoeger KM, Kochman L, Wixom N, Craig K, Miller RK, Guzick DS. A randomized, 48-week, placebo-controlled trial of intensive lifestyle modification and/or metformin therapy in overweight women with polycystic ovary syndrome: a pilot study. Fertil Steril 2004;82:421-9.
 - 
                          Lim SS, Norman RJ, Clifton PM, Noakes M. The effect of comprehensive lifestyle intervention or metformin on obesity in young women. Nutr Metab Cardiovasc Dis 2011;21:261-8.
 - 
                          Oleandri SE, Maccario M, Rossetto R, Procopio M, Grottoli S, Avogadri E, et al. Three-month treatment with metformin or dexfenfluramine does not modify the effects of diet on anthropometric and endocrine-metabolic parameters in abdominal obesity. J Endocrinol Invest 1999;22:134-40.
 - 
                          Pasquali R, Gambineri A, Biscotti D, Vicennati V, Gagliardi L, Colitta D, et al. Effect of long-term treatment with metformin added to hypocaloric diet on body composition, fat distribution, and androgen and insulin levels in abdominally obese women with and without the polycystic ovary syndrome. J Clin Endocrinol Metab 2000;85:2767-74.
 - 
                          Patterson RE, Marinac CR, Sears DD, Kerr J, Hartman SJ, Cadmus-Bertram L, et al. The effects of metformin and weight loss on biomarkers associated with breast cancer outcomes. J Natl Cancer Inst 2018;110:1239-47.
 - 
                          Rodríguez Y, Giri M, Feyen E, Christophe AB. Effect of metformin vs. placebo treatment on serum fatty acids in non-diabetic obese insulin resistant individuals. Prostaglandins Leukot Essent Fatty Acids 2004;71:391-7.
 - 
                          Tang T, Glanville J, Hayden CJ, White D, Barth JH, Balen AH. Combined lifestyle modification and metformin in obese patients with polycystic ovary syndrome. A randomized, placebo-controlled, double-blind multicentre study. Hum Reprod 2006;21:80-9.
 - 
                          Yates MS, Coletta AM, Zhang Q, Schmandt RE, Medepalli M, Nebgen D, et al. Prospective randomized biomarker study of metformin and lifestyle intervention for prevention in obese women at increased risk for endometrial cancer. Cancer Prev Res (Phila) 2018;11:477-90.
 - 
                          Jastreboff AM, Aronne LJ, Ahmad NN, Wharton S, Connery L, Alves B, et al. Tirzepatide once weekly for the treatment of obesity. N Engl J Med 2022;387:205-16.
 - 
                          Hecker J, Freijer K, Hiligsmann M, Evers S. Burden of disease study of overweight and obesity; the societal impact in terms of cost-of-illness and health-related quality of life. BMC Public Health 2022;22:46.
 - 
                          Sjöström L, Lindroos AK, Peltonen M, Torgerson J, Bouchard C, Carlsson B, et al. Lifestyle, diabetes, and cardiovascular risk factors 10 years after bariatric surgery. N Engl J Med 2004;351:2683-93.
 - 
                          Adams TD, Davidson LE, Litwin SE, Kim J, Kolotkin RL, Nanjee MN, et al. Weight and metabolic outcomes 12 years after gastric bypass. N Engl J Med 2017;377:1143-55.
 - 
                          Maciejewski ML, Arterburn DE, Van Scoyoc L, Smith VA, Yancy WS, Jr., Weidenbacher HJ, et al. Bariatric surgery and long-term durability of weight loss. JAMA Surg 2016;151:1046-55.
 - 
                          O'Brien PE, Hindle A, Brennan L, Skinner S, Burton P, Smith A, et al. Long-term outcomes after bariatric surgery: a systematic review and meta-analysis of weight loss at 10 or more years for all bariatric procedures and a single-centre review of 20-year outcomes after adjustable gastric banding. Obes Surg 2019;29:3-14.
 - 
                          Voorwinde V, Steenhuis IHM, Janssen IMC, Monpellier VM, van Stralen MM. Definitions of long-term weight regain and their associations with clinical outcomes. Obes Surg 2020;30:527-36.
 - 
                          Nienhuijs SW, Klaassen R, Bruinsma FFE. Dutch Audit for treatment of obesity (DATO) jaarverslag 2023 (2023). https://dica.nl/wp-content/uploads/2024/07/DATO-jaarverslag-2023.pdf
 - 
                          Kaly P, Orellana S, Torrella T, Takagishi C, Saff-Koche L, Murr MM. Unrealistic weight loss expectations in candidates for bariatric surgery. Surg Obes Relat Dis 2008;4:6-10.
 - 
                          Gloy VL, Briel M, Bhatt DL, Kashyap SR, Schauer PR, Mingrone G, et al. Bariatric surgery versus non-surgical treatment for obesity: a systematic review and meta-analysis of randomised controlled trials (2013). https://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK164630/
 - 
                          Schauer PR, Bhatt DL, Kirwan JP, Wolski K, Aminian A, Brethauer SA, et al. Bariatric surgery versus intensive medical therapy for diabetes - 5-year outcomes. N Engl J Med 2017;376:641-51.
 - 
                          Sjöström L, Peltonen M, Jacobson P, Ahlin S, Andersson-Assarsson J, Anveden Å, et al. Association of bariatric surgery with long-term remission of type 2 diabetes and with microvascular and macrovascular complications. Jama 2014;311:2297-304.
 - 
                          Boerlage TCC, Acherman YIZ, Houweling ST, Holleman F, Gerdes VEA. Bariatrische chirurgie: wie, wanneer en waar?; een overzicht voor de verwijzende arts. Ned Tijdschr Geneeskd 2017;161:D1249.
 - 
                          Peterli R, Borbély Y, Kern B, Gass M, Peters T, Thurnheer M, et al. Early results of the Swiss multicentre bypass or sleeve study (SM-BOSS): a prospective randomized trial comparing laparoscopic sleeve gastrectomy and Roux-en-Y gastric bypass. Ann Surg 2013;258:690-4; discussion 5.
 - 
                          Puzziferri N, Roshek TB, 3rd, Mayo HG, Gallagher R, Belle SH, Livingston EH. Long-term follow-up after bariatric surgery: a systematic review. Jama 2014;312:934-42.
 - 
                          Wilhelm SM, Young J, Kale-Pradhan PB. Effect of bariatric surgery on hypertension: a meta-analysis. Ann Pharmacother 2014;48:674-82.
 - 
                          De Raaff CA, Coblijn UK, Ravesloot MJ, De Vries N, De Lange-de Klerk ES, Van Wagensveld BA. Persistent moderate or severe obstructive sleep apnea after laparoscopic Roux-en-Y gastric bypass: which patients? Surg Obes Relat Dis 2016;12:1866-72.
 - 
                          King WC, Chen JY, Belle SH, Courcoulas AP, Dakin GF, Elder KA, et al. Change in pain and physical function following bariatric surgery for severe obesity. Jama 2016;315:1362-71.
 - 
                          Mentias A, Aminian A, Youssef D, Pandey A, Menon V, Cho L, et al. Long-term cardiovascular outcomes after bariatric surgery in the medicare population. J Am Coll Cardiol 2022;79:1429-37.
 - 
                          Ikramuddin S, Korner J, Lee WJ, Connett JE, Inabnet WB, Billington CJ, et al. Roux-en-Y gastric bypass vs intensive medical management for the control of type 2 diabetes, hypertension, and hyperlipidemia: the Diabetes Surgery Study randomized clinical trial. Jama 2013;309:2240-9.
 - 
                          Adams TD, Davidson LE, Litwin SE, Kolotkin RL, LaMonte MJ, Pendleton RC, et al. Health benefits of gastric bypass surgery after 6 years. Jama 2012;308:1122-31.
 - 
                          Chittajallu V, Mansoor E, Perez J, Omar YA, Firkins SA, Yoo H, et al. Association of bariatric surgery with risk of incident obesity-associated malignancies: a multi-center population-based study. Obes Surg 2023;33:4065-9.
 - 
                          Arterburn DE, Olsen MK, Smith VA, Livingston EH, Van Scoyoc L, Yancy WS, Jr., et al. Association between bariatric surgery and long-term survival. Jama 2015;313:62-70.
 - 
                          Sjöström L, Narbro K, Sjöström CD, Karason K, Larsson B, Wedel H, et al. Effects of bariatric surgery on mortality in Swedish obese subjects. N Engl J Med 2007;357:741-52.
 - 
                          Małczak P, Mizera M, Lee Y, Pisarska-Adamczyk M, Wysocki M, Bała MM, et al. Quality of life after bariatric surgery-a systematic review with bayesian network meta-analysis. Obes Surg 2021;31:5213-23.
 - 
                          Anderin C, Gustafsson UO, Heijbel N, Thorell A. Weight loss before bariatric surgery and postoperative complications: data from the Scandinavian Obesity Registry (SOReg). Ann Surg 2015;261:909-13.
 - 
                          Stroh C, Köckerling F, Volker L, Frank B, Stefanie W, Christian K, et al. Results of more than 11,800 sleeve gastrectomies: data analysis of the german bariatric surgery registry. Ann Surg 2016;263:949-55.
 - 
                          Miras AD, Kamocka A, Patel D, Dexter S, Finlay I, Hopkins JC, et al. Obesity surgery makes patients healthier and more functional: real world results from the United Kingdom National Bariatric Surgery Registry. Surg Obes Relat Dis 2018;14:1033-40.
 - 
                          Buchwald H, Estok R, Fahrbach K, Banel D, Sledge I. Trends in mortality in bariatric surgery: a systematic review and meta-analysis. Surgery 2007;142:621-32; discussion 32-5.
 - 
                          Kolbe N, Carlin AM, Bakey S, Louwers L, Horst HM, Rubinfeld I. Assessing risk of critical care complications and mortality in the elective bariatric surgery population using a modified frailty index. Obes Surg 2015;25:1401-7.
 - 
                          Arterburn DE, Telem DA, Kushner RF, Courcoulas AP. Benefits and risks of bariatric surgery in adults: a review. Jama 2020;324:879-87.
 - 
                          Plecka Östlund M, Wenger U, Mattsson F, Ebrahim F, Botha A, Lagergren J. Population-based study of the need for cholecystectomy after obesity surgery. Br J Surg 2012;99:864-9.
 - 
                          Scarpellini E, Arts J, Karamanolis G, Laurenius A, Siquini W, Suzuki H, et al. International consensus on the diagnosis and management of dumping syndrome. Nat Rev Endocrinol 2020;16:448-66.
 - 
                          Emous M, van den Broek M, Wijma RB, de Heide LJM, van Dijk G, Laskewitz A, et al. Prevalence of hypoglycaemia in a random population after Roux-en-Y gastric bypass after a meal test. Endocr Connect 2019;8:969-78.
 - 
                          Ledoux S, Calabrese D, Bogard C, Dupré T, Castel B, Msika S, et al. Long-term evolution of nutritional deficiencies after gastric bypass: an assessment according to compliance to medical care. Ann Surg 2014;259:1104-10.
 - 
                          Axelsson KF, Werling M, Eliasson B, Szabo E, Näslund I, Wedel H, et al. Fracture Risk After Gastric Bypass Surgery: A Retrospective Cohort Study. J Bone Miner Res 2018;33:2122-31.
 - 
                          Oor JE, Roks DJ, Ünlü Ç, Hazebroek EJ. Laparoscopic sleeve gastrectomy and gastroesophageal reflux disease: a systematic review and meta-analysis. Am J Surg 2016;211:250-67.
 - 
                          Masood M, Low D, Deal SB, Kozarek RA. Gastroesophageal reflux disease in obesity: bariatric surgery as both the cause and the cure in the morbidly obese population. J Clin Med 2023;12.
 - 
                          Masood M, Low DE, Deal SB, Kozarek RA. Current management and treatment paradigms of gastroesophageal reflux disease following sleeve gastrectomy. J Clin Med 2024;13.
 - 
                          Aronne LJ, Sattar N, Horn DB, Bays HE, Wharton S, Lin WY, et al. Continued treatment with tirzepatide for maintenance of weight reduction in adults with obesity: The SURMOUNT-4 randomized clinical trial. Jama 2024;331:38-48.
 - 
                          Wilding JPH, Batterham RL, Davies M, Van Gaal LF, Kandler K, Konakli K, et al. Weight regain and cardiometabolic effects after withdrawal of semaglutide: The STEP 1 trial extension. Diabetes Obes Metab 2022;24:1553-64.
 - 
                          Jensen SBK, Blond MB, Sandsdal RM, Olsen LM, Juhl CR, Lundgren JR, et al. Healthy weight loss maintenance with exercise, GLP-1 receptor agonist, or both combined followed by one year without treatment: a post-treatment analysis of a randomised placebo-controlled trial. EClinicalMedicine 2024;69:102475.